VII
J. de Haas, Het magnetisme; W. S. Unger, De ambachtskeur
van Zoutelande, overgedrukt uit de verslagen en mededeelingen
van de Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-Vader-
landsche recht; B. Stephan, De beteekenis van de automobieltech
niek voor den werktuigkundige; Handelingen van de Maatschappij
van Nederlandsche letterkunde, waarin een opstel van Dr. J. L.
Waleh over het Nationaal Tooneel en levensberichten van G. F.
Haspels en Mr. W. J. Baron van Weideren Rengers; Verslagen
van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap, waarin: Prof. Dr. G.
W. Kernkamp, Bismarcks leerjaren als diplomaat, alsmede het
Verslag eener Commissie over de vraag, in hoever de universi
taire opleiding der juristen hervorming behoeft, met debat daar
over; Mr. S. Muller Fz., Regesten van het archief der Bisschoppen
van Utrecht (7221528); Algemeen Rijksarchief, De archieven van
de Delftsche Staten-kloosters door Dr. S. W. ADrossaersDr. K.
Heeringa, Bronnen tot de geschiedenis van den Levantschen handel
2e deel; Mej. M. G. A. de Man, De voormalige Middelburgsche
rederijkerskamer „Het Bloemken Jesse" en hare gildepenningen
A. J. Servaas van Rooyen, De Zeister medailleur Barend Christiaan
Van Calker; Dr. J. G. de Man, Diagnoses of new species of
Macrurous Decapod Crustacea from the Siboga-ExpeditionDezelfde,
Beitrag zur ICenntnis der in Norwegen frei in der reinen Erde
lebenden Nematoden; J. Pottier, Sur la Dissymetrie de structure de la
feuille du Milium Spinosum; Verslag der gemeente Middelburg over
191G; Het archief van het Geestener ambacht, 1916; W. P.
Jorissen en W. E. Ringer, H. W. Bakhuis Roozeboom; Dr. W. P.
Jorissen en Dr. L. Th. lteicher, J. H. van 't Hoff, Amsterdammer
periode 18771895; J. J. Honig, Zaanlandia Ulustrata; E. C.
Abendanon, Bijdragen tot de cartographic van den Nederlandsch-
Indischen archipel (1. Het meesterwerk van Jan van der Wall,
2. Het meesterwerk van Pieter Stippert).
Hier mogen een paar aanwinsten vermeld worden, welke
ten deele de bibliotheek, tendeele de handschriften, ten deele speciale
verzamelingen betreffen, t. w.:
lo. een portefeuille met curiosa van allerlei aard, meest uit de
19e eeuw, verzameld door den heer J. Cadet, chef der Afdeeling