69
geheven; van 29 September 1374 tot 14 Februari 1377 noteerde
de rentmeester 4 schippers van Hamburg, 3 van Straalsund, 1 van
Danzig, 1 van Koningsbergen, 1 van Elbing, 1 van Lübeck, 1
van Reval en 1 van Wismar, terwijl bij er vermoedelijk één
vergat 2). De rekeningen van 24 Mei 1384 tot 30 November
1392 s) bevatten wederom geen specificatie van schippers, her
komst of goederen en noemen alleen het totaal der ontvangen
tolgelden, waaruit men mag opmaken dat ruim 50 schepen in
die jaren uit het Oosten te Arnemuiden zijn binnengeloopen.
Volledig zijn deze gegevens echter geenszins; Kampen bv., vóór
het midden der 15e eeuw formeel geen lid der Hanze, doch welks
schippers in grooten getale langs Walcheren kwamen 4), was van
de betaling van dezen tol vrijgesteld 5) en wprdt dientengevolge
in onze opgaven gemist.
Ging dus het belangrijkste deel van het Hanzeverkeer aan
Middelburg voorbij, daarnaast maken de ons ten dienste staande
bronnen toch ook voor den ouderen tijd van betrekkingen tusschen
de Arnestad en de Hanze gewag. De medebezegeling o. a. door
Middelburg van de voorrechten, door den graaf van Holland in
1276 en 1277 aan de kooplieden der IJselsteden en aan die van
Hamburg toegestaan 6), ten einde hen van Brugge naar Dordt
te lokken, is misschien nog als toekomstmuziek te beschouwen
1) T. a. p. no. 43.
2) Zie Sneller, t. a. p. p. 59 noot 3.
3) Hef.ringa, t. a. p. nos. 48, 5052, 5456.
4) Zie voor de betrekkingen van Kampen met Vlaanderen: P. A. Meilink, De
Nederlandsche Hanzesteden tot het laatste kwart der XIVe eeuw ('s-Grav., 1912)
p. 259 vlg.
5) Zie voor Kampeu's ontkenning, het ankeragerecht, de voortzetting van den
Hanzetol (zie Sneller, t. a. p. p. 52 vlg.) verschuldigd te zijn, haar in 1423 geuite
klacht bij: H. I). B. VI no. 514, welke plaats ook het verkeer der Kampenaars op
de Arnemuidsche ree aardig belicht. Hertog Jan van Beieren verbood dan ook
kort daarop zijn dienaren in Holland en Zeeland de burgers van Kampen het
ankeragegeld te laten betalen; t. a. p. no. 519.
In 1383 strandde een Kamper schip op de Engelsche kust, toen het vau Danzig
op weg was naar Middelburg; zie Ilause Recesse I 2 no. 348.
6) Oorkondenboek II nos. 321, 344. Ook het tolprivilege, door graaf Willem VI
in 1406 aan Kampeu verleend, werd o. a. door Middelburg medebezegeldzie H.
U. B. V no. 731.