68
meest langs Arnemuiden op hun doorreis naar Brugge of verder,
en bezochten slechts spaarzaam het teruggelegen Middelburg; in
den loop van de 15e eeuw trok vooral Veere het verkeer der
Hanzeaten tot zich t). Over dat verkeer langs Walcheren lichten
ons voor de 14<e eeuw de Zeeuwsche rentmeestersrekeningen van
dien tijd in. De verantwoording van de tolgelden, betaald door
„den Oosterschen scepen, die in dAnse zin ende tVeergat incomen
ziin", loopende van 11 April 1866 tot 5 Maart 1369 2), noemt:
3 koggen; 3 „cleene scepen" en 6 schepen zonder nadere aan
duiding, dan dat zij goederen van de Hanze inhielden; 2 koggen
van Lübeck; 2 koggen van Harderwijk, waarvan een 2500
sparren 3) inhield; een schip met haring; een schip met asch
van Koningsbergen; een schip dat voor Schouwen strandde en
inhad 26 vaten werk, 171 bodem 4) was, 3 „kip 5) cordewaens",
4 vaten barnsteen; een ander gestrand schip, bevattend 22 bodem
was, 4 vaten barnsteen, 3 vaten werk en wat „eordewaen"; 1
schip van Straalsund. Van 5 Maart 1369 tot 11 April 1370 6)
kwamen langs den tol een kogge van Steenbergen, die bier inhad,
dat aan een poorter van Straalsund toebehoorde; een kogge van
Danzig, inhoudende 120 hoed koren, 500 wagenschot, 1 ton vlas;
een man van Straalsund met boter en „menigerande lude van der
Anze". De volgende rekening, van 13701372 7), geeft geen
specificatie, maar die van 25 Mei 1372 tot 1 October 1374 8)
noemt2 schippers van Straalsund2 van Liibeck1 van Danzig,
1 van Elbing; 1 onbekendeen gestrande kogge met sparreneen
schipper van Zutfen met 4800 sparren en „koopluden, die coren
verdingheden uut mijns heeren lande te voerene bi mijns heeren
oirlove". Daarna werd de Hanzetol met name te Arnemuiden
1) Zie Sneller, t. a. p. p. 73.
2) K. Heeringa, De rekeningen en andere stukken, in 1607 uit de Ilollandsche
rekenkamer naar de Zeeuwsche overgebracht. Het Henegouwsch-Beiersche tijdvak
1319—1431 ('s-Grav., 1913) no. 34.
3) Sparren lange latten, zie Verdam, Handwoordenboek i. v.
4) Bodem vat of ton, zie t. a. p.
5) Kip pak of bundel, van huiden, zie t. a. p.
6) Heeringa, t. a. p. no. 35.
7) T. a. p. no. 36.
8) T. a. p. no. 37.