66
Het kan niet verwonderen dat Walcheren, gelegen als het was
ongeveer aan het kruispunt dezer handelswegen, zich van een
deel van het verkeer wist te verzekeren. De oostrand van het
eiland t), thans een verlaten streek, waar alleen bij eb het gekrijscli
der talrijke watervogels eenige levendigheid brengt, was in de
Middeleeuwen het terrein van een drukke scheepvaart-bedrijvigheid.
Daar overwinterden 2) onder veilige bescherming de Hanzeaten,
vóórdat zij in het voorjaar hun reis naar Engeland of het Westen
voortzetten; daar ankerden deze en andere schippers, ten einde
in „hueden" lichters zouden wij zeggen de koopman
schappen uit hun diepgaande schepen met bestemming naar
Brugge of naar Antwerpen te doen lossen 3). En al was Middel
burg, landinwaarts als het lag, schijnbaar niet gunstig gelegen,
toch heeft de Arnestad, die het voor haar gelegen Arnemuiden
geheel naar haar belangen heeft weten te dwingen, in voort-
durenden strijd met haar beide concurrenten Veere en Vlissingen
gedurende eeuwen de belangrijkste plaats onder de Walcliersche
handelssteden ingenomen. Vingen Walcheren en Middelburg dus
door hun ligging althans een deel op van het Europeesch handels
verkeer, dat zich naar Brugge richtte, daarnaast bracht, telkens
wanneer de vreemde kooplieden redenen meenden te hebben
Brugge te verlaten, om het aldus door boykot, het meest ge
bruikelijke middel in den middeleeuwschen handelsstrijd, naar
hun wenschen te dwingen, hun uitwijking naar het dichtbij en
den lande van Walcheren, die uut of invaren, mit castelen, zullen geven 3 sc. gr.
tsjaers; andere scepen 2 sc. gr. tsjaers. Elc scip, dat te coirne vaert, sal geven
van den somer 2 sc.; elc dat te hariuge vaert, van eiker teelt 2 sc. gr.; dat te
quinten vaart, van eiker teelt 2 sc. gr.dat te hoeclce vaert 2 sc. gr. ende in
den voorwinter 12 gr.; elc bruynvisscher 12 gr.; elc toger 12 gr.; elc veerboot,
die van Westkappel vaert, sal geven tsjaers 12 gr.elc veerscip, dat te Westkappel
aan de hyde comt, sal gelden 6 pen. gr. tsjaers". Tot herstel van den omgevallen
„vierboet" stond de hertog in 1398 aan Westkapelle een aandeel toe in de zeevond,
voor Walcheren aangedrevenzie Liber V Aelbrecht (A. R. A.) f 305 vs.
1) Zie voor de 16e eeuwsche beschrijving daarvan C. de Waard, De rand van
het eiland Walcheren in 1546 (Arch. Zeeuwsch Gen. 1912 p. 129 vlg.).
2) Over deze „wiuterlage", zie Vogel, Deutsche Seeschiffahrt I p. 308.
3) De stadsrekening van 1399/1400 spreekt van „scipludeu, die varen met haren
scepen in die veer tusschen Middelburgh ende Brugghe". Voor het veer vau Mid
delburg, zie ook van Mieris IJl p. 382.