62
danig kent het Middelburgsche jaarmarktprivilege: vaatwerk,
gouden en zilveren werk, metalen, tin, lood, vijgen en rozijnen.
Het makelaardijtarief t) uit het begin der 15e eeuw noemt nog
onder het hoofd „merserye"huiden, lijnwaad, paternosters,
„Parijs-werck", „hooftcleederen van zijden", zijden lakens, tafel
lakens, handdoeken, Keulseh garen, „kleine merserien" als bellen,
gordels, spiegels, naalden en riemen, bombazijn, koper, en West-
faalsoh lijnwaad; ten slotte kramerijen van Kamerijk, Chateau
Cambrésis, Doornik, Reims en Parijs. De kramer is dan ook
niet alleen de beweeglijkste, maar ook de in zijn waren meest
internationale handelaar der Middeleeuwen.
Dien indruk van universaliteit van het Middelburgsche handels
verkeer, van hoe betrekkelijk geringen omvang het dan ook nog
was, krijgt men ook uit de derde bron, die ons inzicht geeft in
de ontwikkeling van het economisch leven der stad op een
bepaald tijdstip, nl. uit het bovengenoemd makelaardijtarief uit
het begin der 15e eeuw, merkwaardig ook omdat het ons met
een geheel andere groep van artikelen doet kennis maken, dan
wij tot nog toe aantroffen. Het zijn vrnl. de produkten van
Zuid-Europa en van den Levant 2), die hier naar voren treden;
de ordonnantie regelt de makelaardij, te betalen voorpeper,
gember, komijn, anijs, kruidnagelen, saffraan, galigaan 3), kaneel,
notemuskaat, foelie, rijst, suiker, drogerijen, amandelen, aluin,
als kleurfixeermiddel in de Middeleeuwen zeer gezocht, grein 4),
vermillioen, Spaansch kopergroen 5) gal, borax, katoengaren
en -wol, zwavel en gom. Geen ander, mij bekend, tol- of
makelaardijtarief eener Noord-Nederlandsche stad bevat zoo groote
1) De Stoppklaar, Iuventaris 110. 108.
2) Over den Levant werden in de Middeleeuwen ook de produkten van Indie
naar Europa gevoerd. Voor den Levanthandel en zijn produkten, zie W. Heyd,
Gesehichte des Levautehandels im Mittelalter (Stuttgart, 1879); A. Schulte,
Géschichte des raittelalterlichen Handels und Verkehrs zwischen West-Deutschlaud
und Italiën (Leipzig, 1900).
3) Specerijsoort, gelijkend op gember, zie Verdam, t. a. p., i. v. en H. U. B.
III glossarium i. v. galanga.
4) Scharlakenroode verfstof, zie t. a. p., i. v. greneHeyd, t. a. p. p. 609.
5) „Spaansche groene", Grünspan, zie H. U. B. III p. 421 noot 8.