37
de heeren Staten, die den titularissen instructies gaven en
ben in Zeeland rekening lieten afleggenop grond van hunne
toenemende iinancieele macht aan uitbreiding hunner regeer
macht konden gaan denken. Daarvoor waren eendracht en
beleid noodig. De eerste ontbrak meermalen, maar de des
ondanks bereikte resultaten bewijzen, dat er onder de Zeeuwen
bekwame staatslieden geweest zijn. De gewoonte om alleen
de besluiten, en niet de besprekingen op te teekenen, laat
veel betreffende de leiding in het duistermaar er is toch een
en ander met tamelijke zekerheid op te maken.
De vergadering had ongeveer eene week geduurd toen er
een twist ontstond tusschen Middelburg en de andere leden.
De vraag was, of Middelburg recht had eene oude pretentie
op 's konings domeinen uit de opbrengst van het schot te
doen afbetalen. Wie gelijk haddoet betrekkelijk niets ter
zake. Toen de hoofdstad de andere zaken op de lange baan
trachtte te schuiven om zoo haar zin door te drijven, omdat
de kleinere steden op kosten gejaagd werden door het gerekt
verblijf van de gedeputeerdenmeenden dezedat er tegen
Middelburg geen recht te verkrijgen zou zijn. liet middel,
waarnaar zij nu grepenwas zeer merkwaardigzij lokten de
wederbezetting van de plaats van den Eersten Edele uit.
De redeneering dezer steden schijnt bijna zuiver. Evenals
vroeger de burgerijen de macht van den landsheer versterkt
hadden om de edelen ten onder te brengenhebben zij in
den tijd der Republiek een Eminent Hoofd noodig gehad om
de groote steden te dwingen haar bijzonder belang bij het
algemeen belang achter te stellen. Het was het eenvoudigste
geweest om den Prins tot souverein te makenen hem de
macht te geven om Middelburg onder Zeeland te houden
maar in 1577 had men Philips II nog niet afgezworen. De
weg, die men koos, lag echter vrij dicht bij den hoofdweg.
Of de waardigheid van Eersten Edele theoretisch verbonden
werd aan de heerlijkheid St. Maartensdijk, die aan Prins
Willem's zoon Philips Willem toebehoorde, of aan het