30
Statenvergadering had ook hij noodigmaar dan eene van de
Staten van Holland en Zeeland. De aanstaande (eerste) bijeen
komst van deze Staten, waarnaar art. 32 verwijst, is voor
onze staatkundige geschiedenis van belang geweest, maar om
trent de bijzonderheden zijn wij slecht ingelicht. Van Wijn
heeft uit de Resolutiën van de vroedschap van Gouda het
bewijs geleverd dat een door den Prins te Dordrecht gedaan
voorstel vódr 12 April 1574 geleid heeft tot een verbond
tusschen de opgestane landsdeelen, en de voor dit tijdvak zoo
onvolledige Resolutiën der Staten van Holland bevatten een
plakkaat van 10 Mei 1574, waarbij de Staten van Holland
en Zeeland of zoo 't heetde koning bij advies van den
stadhouder, zijne raden en de genoemde Staten gemeene
middelen hebben ingevoerd in het gansche gebieddat het
gezag van den Prins erkende. Dat te Dordrecht de vier
Zeeuwsche steden of eenige hunner vertegenwoordigd zijn
geweest, is waarschijnlijk, maar de Gouverneurs en Raden
hebben ze daarna nog eens opgeroepen met het oog op de
nieuwe belastingen. Art 2 der instructie maakte het noodig,
maar de verhouding van dc Staten van Holland en Zeeland
tot die van Zeeland was met dat al hoogst onduidelijk. Men
kan niet uitmaken in hoeverre een besluit van de eerstge
noemde vergadering de nadere toestemming van de tweede
noodig heeft gehad om in Zeeland uitgevoerd te kunnen
worden; als Zeeland het afkeurde, gebeurde er zeker niets.
De nieuwe belastingen zijn eerst geweigerd, maar de Zeeuwen
zijn geëindigd met aan de overreding van den Prins toe te
geven. In de praktijk liet de heffing te wenschen over.
Van de vergadering der Staten van Holland en Zeeland
die in het begin van 1575, ter wille van de onderhandelingen
over den vrede, te Dordrecht en te Geertruidenberg gehouden
werd, is meer bekend. 2) O. a. is hier aangenomen, dat
Bijvoegsels en aanmerkingen op Wagen aar, VII, 23.
2) Resolutiën van de Staten van Holland, en Kluit, Historie der Holl.
StaatsregeringI, blz. 88 vg.