XIII
1 exemplaar eener Galathea-soort.
1 n it Doris- soort.
1 oester, fraai bezet met eiernestjes van de gewone Pur
perslak Purpura lapillus L.
1 exemplaar van de zee-bloedzuiger, Pontobclella muricata L.
6 exemplaren van een zeeappel-soort, Echinus sp,
1 exemplaar van Solaster papposus L.
2 exemplaren van Alcyonium digilatum L.
Met uitzondering van den Sol asterdie in de Noordzee op
de Wielingen was buitgemaakt, werden al deze dieren in de
Oosterschelde gevangen.
Deze Solastermet het reeds in het vorige verslag vermelde
andere exemplaar, werd door hem in eene //vierkante" flesch
opgesteld, en dit geschiedde ook met de beide Alcyonium-
exemplaren en den zeldzamen visch, Crenilabrus melops Cuv.,
die ook reeds in het verslag van April 1911 is vermeld ge
worden. Eene opstelling in dergelijke //vierkante" flesschen
in groote musea tegenwoordig veel in zwang had tot dusverre
in het museum nimmer plaats gehad. Deze nieuwe vorm van
flesschen maakt ook hier een goeden indruk.
Door den conservator werden verder de voorwerpen op spi
ritus in het kleine kamertje voor het grootste gedeelte van
geheel nieuwe etiketten voorzien, de nog overige zullen dade
lijk na Paschen worden geëtiketteerd.
Ten slotte deed de hoogleeraar Dr. L. Bolk te Amsterdam
in het najaar het verzoek aan het Genootschapof hij het
zeldzame schedelfragment eens eenigen tijd ter bezichtiging en
ter bestudeering zou mogen ontvangen, dat in 1866 door Dr.
J. C. de Man is beschreven en afgebeeld gewordenin het
Archief van het Genootschap, onder den naam van Cranium
Osteoscleroticum. Nadat het verzoek van den hoogleeraar om
den schedel eenigen tijd ter zijner beschikking te mogen heb
ben door het Bestuur was ingewilligdis het kostbare voor
werp door concierge Schoolmeester persoonlijk naar Amsterdam
gebracht en sedert in goede orde terug ontvangen.