143
edelen en steden van Holland, Zeeland en Briesland, op de
toebereiding van de schepen van oorloge, naar belofte, ge
daan mijner genadig-e jonkvrouwe Van Bourgondië in het
verkrijgen van nieuwe privileges, tot fortificatie en bescher
ming harer landen en heerlijkhedenen om te krenken en
beschadigen hare openbare vijanden en kwaadwilligen enz."
Daarom werd //bij raming van de voornoemde statende stad
Middelburg getaxeerd om een schip van 200 vaten of daar
omtrent toe te bereiden ter wapening van de zeenaar adve-
nant van alle andere stedenmits welke zij gekocht heeft
of doen koopen jegens Jan Vailgedolyt (de Valadolit) en
Willem: Laurensz. schipper van hetzelve schip, een schip,
genaamd de Marquyneliggende voor Arnemuiden in 't water
arriveerende om die som van 180."
Aan Boudewijn Geertsz Van Wissenkerke werd als
gouverneur en dispensateur van dat schip, 683: 17 betaald
om het toe te bereiden tot de wapening ter zee en te voor
zien van zeilen, kabels, bussen en victaille. In 1478 werd
voor kosten van dit schip nog £156:12:2 in rekening
gebracht, waaronder 2 10, voor belooning van broeder
Michiel als kapellaan.
De stad had ook nog een ander schipwant in meerge
melde rekening van 1477 komt een hoofdstuk voor //Oosten
aen die bairdze ende marquyne," waarin men leest, dat
B B. S. R. met de gemeene poorterij hadden goedgevonden
om twee nieuwe baardsen te maken //tot fortificatie en be
scherming van den eilande van Walcheren" en //in toeko
mende tijden, wanneer het van noode wezen zal, om onze
genadige prins en prinses daarmede sierlijk te ontvangen en
in te halen." Arend Jansz. en Laurens De Naaier waren
door de wet en de poirterij tot gouverneurs en toezieners
aangesteld
Als een bewijs van de zware lasten der stad, kan dienen,
dat bij het doen der rekening van 1477 nog eene som van
839 10 6 aan lijfrenten onbetaald gebleven was. Niet-