In den winter van liet jaar 1800/61 zijn bij het Zeeuwsch
Genootschap eenige ontwerp-prijsvragen, den sluis- en dijksbouw
betreflende, ter uitschrijving ingezonden. In de vergadering
van den 7dcl1 November werd evenwelop voorstel van een
der directeurenbeslotendit stukals nameloos ingezonden
buiten behandeling te houdenen in de dagbladen bekend
te maken dat het Genootschap op anonyme stukken geen acht
kon slaan.
Inmiddels had de heer A. Caland, vroeger hoofdingenieur
bij 's rijks waterstaatthans president der centrale directie
van Walcheren, als lid van het Genootschapkennis genomen
van liet ingezonden stuk. Hij achtte de daarin voorkomende
vragen van zóóveel gewigt voor de provincie Zeeland dat hij
besloot zijn gevoelen omtrent de voorgestelde punten uiteen
te zetten en in eene memorie aan liet Genootschap mede te
deelen, met vergunning die in het Archief te doen opnemen.
liet Genootschap heeft gemeend de resultaten van het 011-