17
Domburg infra castellumwaardoor, iti tegenstelling van
het Domburg extra castellum, dat tot de Noordwatering be
hoort, moet worden verstaan het tegenwoordige Domburgdat
op de leenboeken als Domburg binnen vermeld staaten on
der dien naam het eerst voorkomt in een charter van 1223.
Voorts MarielcerkePoppendomme en Grijpskerkeallen eerst
genoemd in het meer gemelde privilegie van bisschop Otto
van 1247, en eindelijk nog in NoordbevelandSoetelinkskerke
en Kampenlcerkebeide reeds door een charter van graaf Wil
lem I bekenden gelegen geweest op den grondwaarvan in
lateren tijd het zoogenaamde Kamperland en de Soelekerkepol-
(ler zijn herdijkt.
Ik ben gekomen tot de beschouwing van de laatste wate
ring, namelijk de Noordwatering of die der 5 ambachten.
De hoofdkerk daarvan was die van Westlcapelle. Uit ons
charter zelf zijn ten haren opzigte geene nadere bijzonderheden
af te leiden, die niet reeds van elders bekend zijn; intusschen
zijn ons in archief een aantal bescheidendie bevestigen dat de
genoemde kerk aan Willebrord was toegewijd, en vinden wij
in de blijvende vereering van dien heilige daar ter plaatse dan
ook een bewijsgrond voor de waarheid van het berigt, ons door
den kronijkschrijver Melis Stoke medegedeeld, dat Willebrord
op het laatst der 7°. eeuw aldaar de beeldendienst zou hebben
uitgeroeid. Het eerste, dat nogtans van Westlcapelle in een
authentiek stuk wordt gewag gemaakt, is in hare bekende stads-
keuregegeven door graaf Bloris IV, ten jare 122-3. Onder
de onderhoorigheden van dit kerspel wordt in de eerste plaats
opgegeven te behooren Domburg extra castellum, dat onder
dien naam reeds voorkomt in het privilegie van bisschop Otto
van het jaar 1247. Blijkens een charter van 1325, gaf
zekere Doedijn Hendrikzoon van Zoetelingskerke eenige landen
tot stichting eener kapellerij te West-Domburg, op de begraaf
plaats, daar eertijds de kerk van Oost-Domburg had gestaan,
en in 1827 wordt die zelfde Doedijn genoemd als kapellaan
in atrio sanctae Agathae. Uit het verband nu dezer beide
Archief XV. 2