144 iharger antwoord
ze het juist zyn, daar de Inwooners
vooral de Militairen in Staats-Flaande
ren de meeste nadeelen van moeten
dragen.
Ik bedoel deheete envogtige luchts-
gefteldheiddoch om dit wel te bezef-
fen, zullen wy kortelyk aanftippen,
wat eigentlyk warmte of hitte isen
in hoe verre dezelve den mensch na-
deelig kan zyn. Het is bekent dat
wy een denkbeeld vormen van koude,
warmte of hitte, naar den trap der
vuurdeelen waar door wy omringd wor
den; verkeert men in eenen geringen
graad van vuurdeelendan gevoelt
men koudein een meerderen graad
van vuurdeelen dan befpeurt men
warmte, en in een grooteren trap van
vuurdeelen, hitte; en welke al verder
toenemende zelfs een pynelyke aan
doening verwekt; dat men dan bran
den noemt. Het zyn dan de vuurdee
len welke by groote zomer hitte in
onzen dampkring verfpreid zyn, wel
ke onzen aandagt een weinig moeten
bezig houden. Wy zullen alleen de
uitnemende fynheid en fnelheid der
vuurdeelenwelke des zomers in onzen
dampkring zweven, pefchouwen.