ne busfen van nooden. Wyders worden
zo om het wind-as als bobfdjluk yzeren hoe
pels geüagen, om het van één berlten
voortekomenen in den as zeivenvier
handfpaken vastgezet, zoo als by a, b
c,d, ter beweging van dezelve. Voorts
zyn boven aan de eene zyde van het
wind-aseen duim of daaromtrent van
elkander twee yzeren (landers ingella-
genwelke aan de bovenenden met een
rond oog voorzien zyngelyk by i
zynde aldaar aan ieder noch daar en bo
ven een platte band k, gefmeedt, welke
wederzyds om het wind-as vast gefpy-
kerd istusfchen deze ronde oogen
der ftanders, is de yzeren hefboom P,
met een fterk klinkfel zodanig vast ge
klonken dat dezelve zich daar tusfchen
als door een Jcharnier, bewegen kan.
Vervolgens is deze hejboom onder by
vlak rechtlynig uitgewerkttegens welke
vlakte de yzeren veer indruktdoor welke
bukkende krachtde hefboom tegen het
hoofdjluk Ngedrongen wordt. Einde-
lyk zyn even boven de onderfte hoep van
het hoofdlluk, 8 vierkante yzeren prop
pen in hetzelve geflagen by n, o, pq,
rwelke dienenom by de omdraaijing
van het wind-astegen de eene zyde van
E e 5 den
VAN HET HEY-TUIG. 441