114 E. P. SWAGERMAN OVER
half jaar, zonder iet anders ter hulpe
noodig te hebben.
Dus aangetoond hebbende, dat het
in de konst geenzins aan Middelen ont
breekt, om dit foort van gebreken, op
eene zagtere wyzedan gewoonlyk ge-
fchiedt, uit te roeijen, zoude ik gevoeg-
lyk konnen eindigen, indien fommige
byzonderheden my niet weerhielden.
Voorafmoet ik zeggen, dat het gebrek,
9t welk ik hier bedoelegeenzins betrekke-
lykis, totdat foort van Muis-vormige
vlakken, welken met haairen begroeid
zyn: want deeze verkrygen, voor zo
verre my bekend is, nimmer grooter
uitgebreidheiddan zy by de geboorte
hadden; en even dus, is het ook met
de zo genaamde roodewyn- en fommi
ge bruine vlakken gelegen (g).
Maar het gebrek, 't welk ik hier beoo-
ge, is het waare vleesch-gezwel {Sarcoma).
Het zelve neemt zyn beginuit een klein
en naauwlyks noemenswaardig bloed
rood flipje, en groeit fomwyle tot eene
aanmerkelyke grootte uit: ten bewyze
hier van ftrekt tiet Jongetje, hier vooren
gemeld, tot een voorbeeld, wiens bo
venlip uitermaate groot is uitgegroeid.
By
(g) STALP. VAN DER WIEL. II d. bl. 3jS.