Natuurlijke materialen Betekenis en herwaardering Afbeelding Het Vlaamse karakter van Sluis is onder meer af te lezen van het Belfort, een bouwwerk dat typologisch alleen maar voorkomt in Vlaanderen en omliggende contreien (Henegouwen, Frans-Vlaanderen), besloten de Spanjaarden om een Linie van Communicatie tussen 'hun' steden Hulst en Sas van Gent aan te leggen, voorzien van verschillende forten om deze linie en het achter liggende territorium te beschermen. Overigens zijn de namen van de forten nog altijd een goede indicatie om te bepalen of je je op voormalig Spaans gebied bevindt (forten vernoemd naar Spaanse heiligen, zoals Sint-Marcus en Sint-Franciscus) of Staats gebied (waar hele andere namen in zwang waren, zoals Mauritsfort en Fort Nassau). In West-Zeeuws-Vlaanderen werd in 1604 een beslissende slag geleverd. Prins Maurits wist IJzendijke in te nemen, alsmede ook Oostburg en Aardenburg. Deze doorstoot naar het zuiden leidde ook tot de inname van Sluis, een tot dan toe belangrijke Spaanse vesting. Tegelijkertijd raakte de Republiek dat jaar wel definitief Oostende kwijt, dat tot 1604 in Staatse handen was. Hulst werd op het einde van de oorlog veroverd door de Staatsen (1645), terwijl het Land van Waas in Spaanse handen bleef. Ter hoogte van De KLinge koos men ervoor om de nieuwe lands grens te Laten samenvallen met de vroegere grens tussen het Land van Waas en het Hulsterambacht. Er was in deze contreien (nog) geen natuurlijke grens en de bestuurlijke grens liep dwars door de polder (de Konings-Kieldrechter polder), die in 1653 volledig werd drooggelegd). Een duidelijke natuurlijke grens is er niet en dus Loopt de bestuurlijke grens over een lange dunne zandrug door de polder tussen De Klinge en Kieldrecht. Maar snel na het einde van de Tachtigjarige Oorlog kwam de Republiek in conflict met het machtige Frankrijk (Hollandse Oorlog, 1672-1678). In Hulst vreesde men voor een invasie en liet men de dijken rond de stad doorsteken om de vesting te versterken. Een gevolg hiervan was dat ook de landen langs de Spaanse kant van de grens water overlast hadden. Dit inspireerde de lokale polder om werk te maken van een dijk op de grens. Deze dijk moest voorkomen dat de Hollanders hun landen konden Laten overstromen. Doordat die eerdergenoemde zandrug net iets hoger ligt, is hij minder vatbaar voor overstromingen, dus werd hierop de dijk aangelegd. Deze Koningsdijk lag overigens nog nét op Spaans (en nu Belgisch) grondgebied. Na de vrede van 1648 was de rol van de Staats- Spaanse Linies dan ook nog lang niet uitgespeeld. We noemden zojuist de Franse inval van 1672, maar in de achttiende eeuw volgden nog de Spaanse en Oostenrijkse successieoorlogen en de binnenvallende Fransen onder keizer Napoleon. In 1830 vond de BeLgische opstand plaats, waarin Zeeuws-Vlaanderen opnieuw een prominente rol vervulde. En zo liggen er in het hele gebied tussen Knokke en Antwerpen nog een kleine 450 'objecten' die verwijzen naar de Staats-Spaanse Linies en later gedane toevoegingen en verbeteringen die zijn aangebracht bij nieuwe strijdperikelen in deze grensregio. Het gaat hierbij om onder meer forten, schansen, linies, maar ook om vestingstadjes en inundatiesluizen. Het stelsel strekt zich aan beide zijden van de huidige landsgrens uit en tonen de sporen van de historische grens, die indertijd regeLmatig verschoven is. De forten werden aangelegd op strategische plekken, zoals bij de monding van geulen of hoger gelegen wegen of dijken. Hierdoor kon er op veel plekken inundatie worden toegepast om de vijand te hinderen. De linies zijn over het algemeen nog redelijk goed in het landschap herkenbaar gebleven, hoewel er in de loop der jaren veel zaken verdwenen of nog slechts archeologisch bewaard gebleven zijn. 14 ZEEUWS ERFGOED nr, 12021 Afbeelding links Fort Sint-Jacob, onderdeel van de Linie van Communicatie, nabij Axel. Afbeelding rechts De Stenen Beer van Philippine. Meer lezen? - Kuipers, Jan J.B. (2013). De Staats-Spaanse Linies. Monumenten van conflict en cultuur. Uitgeverij den Boer De Ruiter, Vlissingen, - Beenhakker, A.J. et al (2004). Atlas van de historische vesting werken in Nederland - Zeeland. Stichting Menno van Coehoorn, Utrecht. www.zeeuwseankers.nl /verhaal/verdedigings linies - www.staatsspaanse linies.eu Want de Staats-Spaanse Linies zijn vooral met natuurlijke materialen geconstrueerd: aarde, hout en water. Al deze grondstoffen waren in dit gebied ruimschoots voorhanden. Het betekende wel dat de linies kwetsbaar waren voor verval. Grachten werden immers gedempt, wallen (deels) afgegraven en uiteraard vond er simpelweg ook erosie plaats, waardoor aarden structuren letterlijk afvlakten en minder zichtbaar werden of zelfs geheel verdwenen. En soms werd er gewoon een weg doorheen aangelegd, zoals bij Mauritsfort. Een enkel object kreeg een tweede Leven als buitenplaats, zoals in de achttiende eeuw de Kruisdijkschans bij Aardenburg. Daarnaast waren er ook wel enkele stenen bouwwerken, zoals de Stenen Beer bij Philippine en de Zwartenhoekse Zeesluis bij Westdorpe (beide overigens achttiende-eeuwse versterkingen van de linies en militaire gebouwen binnen een vestingstad, zoals het arsenaal in Terneuzen. De vestingwet van 1874 maakte het mogelijk dat steden hun vestingwerken afbraken. Deze wet was een andere oorzaak voor het verdwijnen van menig object van de Staats-Spaanse Linies, zoals in Terneuzen het geval was. Ook in Hulst, waarde vesting door de strategische ligging nabij Antwerpen tot het 'laatst' toe intact bleef, speelde na de wetsaanname de discussie tot sloop van de vesting. Een plan van de gemeenteraad in 1918 om hiertoe over te gaan, stuitte echter op te veel weerstand van de bevolking. Uiteindelijk bepaalde aan het einde van de Tachtigjarige Oorlog de posities van de strijdende partijen de grens tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. Ofwel, de loop van de huidige landsgrens tussen Nederland en België. Daarbij is het Landschap van Zeeuws-Vlaanderen een subtiele puzzel geworden van verschuivende frontlinies met bijhorende vestingen en infra structuur. Niet voor niets is het ene dorp bijna volledig protestants en het andere bijna volledig rooms-katholiek. En de beboomde liniedijken geven het gebied een subtiele landschappelijke schoonheid, In de jaren nul van de eenentwintigste eeuw is de Provincie Zeeland gestart met de valorisering van dit betrekkelijk onbekende en geërodeerde militaire grenslandschap. Dit is uiteraard gebeurd in nauwe samenwerking met de drie Zeeuws- Vlaamse gemeenten, de buurprovincies en de in het gebied aanwezige terreinbeherende organisaties. Zo heeft Staatsbosbeheer in 2007 haar (voormalig Spaanse) forten Sint-Joseph, Sint-Jacob en Sint-Livinus opgeknapt en beter beleefbaar gemaakt, onder meer door de contouren met schanskorven te accentueren. Ook zijn er 'Losse' elementen zoals de Zwartenhoekse Zeesluis gerestaureerd, is de stenen beer van Philippine uitgegraven en zijn de extensieve vestingwerken van Sluis weer gereconstrueerd. In 2012 kreeg Museum Het Bolwerk in het 'centraaL gelegen' IJzendijke op opdracht van de Provincie Zeeland om als informatiecentrum voor de Staats-Spaanse Linies te fungeren. Een poging van de Provincie om de Linies op de Nederlandse tentatieve lijst te krijgen, zodat ze in de toekomst genomineerd hadden kunnen worden voor de Werelderfgoedlijst van de UNESCO, werd helaas niet door het Rijk ondersteund. Enigszins jammer, maar desalniettemin blijft het gebied aantrekkelijk voor de fijnproever: een verstilde grensregio met een uniek militair grenslandschap uit de Tachtigjarige Oorlog, de tijd dat ons land op de wereldkaart gestalte kreeg. David Koren nr, 12021 ZEEUWS ERFGOED 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2021 | | pagina 8