Het stoepmeisje
van Veere
Het pareltje uit mijn museum
Vorig jaar sierden stedelijke details de achterpagina van
Zeeuws Erfgoed. Dit jaar krijgen museumvrijwilligers de kans
om een pronkstuk uit hun Zeeuwse museumcollectie in de
spotlight zetten. De redactie is op zoek naar bijzondere
objecten waar een mooi verhaal bij hoort.
Stoepmeisje van Schotse Huizen
UITGELICHT
In de Spuije, het tijdschrift van de
Heemkundige Kring De Bevelanden
en de Vereniging Vrienden van het
Historisch Museum De Bevelanden
(winter 2020) vertelt G.J. Lepoeter over
de landbouwvereniging 'Vooruitgang is ons
streven' (VIOS) te Kapelle, de vereniging die
in 1884 koninklijke goedkeuring verkreeg.
VIOS maakte goede, maar ook moeilijke
tijden door en werd in 1991 opgeheven.
In een groot deel van Europa was de
periode 1878-1895 een donkere tijd voor de
landbouw. Voor de Zeeuwse landbouw was
tarwe veruit de belangrijkste pijler. En
ondanks de enorme crisis na de import van
grote hoeveelheden goedkoop graan uit de
Verenigde Staten en Canada, leek hier even
nog geen vuiltje aan de lucht te zijn. Maar
toen bovendien door synthetische bereiding
van alizarine, die de meekrapplant overbodig
maakte, het bestaan van de meestoven werd
bedreigd, begon de toestand er ook in
Zeeland somber uit te zien, Om de
voorlichting op gang te brengen zorgde de
ZLM, geholpen met subsidie van Provinciale
Staten, voor het aanstellen van 'wandelleer
aars'. mannen die in de hele provincie
voordrachten moesten gaan houden om te
proberen boeren te activeren. Dat dit initiatief
succes had blijkt wet uit het feit dat een
week na een voordracht van de heer Marlet
in Wolphaartsdijk in de winter 1876-1877.
daar een tandbouwvereniging werd
opgericht. Waarschijnlijk was landbouwer
Adriaan Nijssen uit Kapelle bij de lezing
aanwezig, want in dezelfde winter werd in
de dorpsherberg van Kapelle ook een
vergadering belegd om daar een landbouw
vereniging op te richten, onder leiding van
deze heer Nijssen, De vereniging kreeg de
naam Vooruitgang is ons streven (VIOS), de
Koninklijke goedkeuring werd 26 december
1884 verkregen. Het lidmaatschap van de
vereniging was kennelijk ook voor niet-land-
bouwers aantrekkelijk want die blijken zelfs
vaak een actieve rol gespeeld te hebben.
A Visser, hoofd van de lagere schooi was zo
iemand hij redigeerde de statuten, voerde
de correspondentie en hietd versschiltende
voordrachten.
Halverwege de negentiende eeuw nam de
interesse om kunstmest te gebruiken toe. In
Kapelle liep men niet voorop pas in 1892
bracht M. van der Hage het kopen van kunst
mest ter sprake. Toch waren de meningen
overwegend positief, en een stijgende lijn in
het kunstmestgebruïk werd snel zichtbaar
De aankoop en distributie van kunstmest
werd de belangrijkste activiteit van de
vereniging VIOS Er werd zelfs een bode
aangesteld om convocaties rond te brengen,
contributies te innen en verdere werkzaam
heden te verrichten. In 1901 werd een
proefveld aangelegd om verschillende
soorten kunstmest te testen, in 1913 was de
bestelde hoeveelheid kunstmest al 300 ton
Ook ging de vereniging over tot
gezamenlijke inkoop van kalk en veevoer
Voor het algemeen belang was de VIOS ook
actief: bij het station werd een goederen
loods gebouwd, tos- en laadplaatsen
werden uitgebreid, wegen doorgetrokken
Op de hoek van de Biezelingsestraat met de
Stationsstraat kwam een weegbrug, waarbij
de voorzitter van de VIOS, tevens wethouder
van Kapelle, de heer Adriaan Nijssen zeker
een actieve rol gespeeld heeft.
De VIOS zorgde behalve voor brood ook voor
spelen: avonden met een lezing, een leuke
voordracht of een spelletje. En om de twee
jaar was er een georganiseerde plezierreis.
Het behartigen van de belangen van de
leden stond voorop, maar een enkele keer
gaf men ook blijk van betrokkenheid bij de
arbeiders en hun gezinnen. Zo werd in de
winter 1890-1891 een ijsfeest georganiseerd
voor de 'Kapeltesche jeugd met het doel
ieder naar zijn behoeften een prijs te geven,
bestaande uit spek en brood en voor de
meer gegoeden uit snuisterijen'. Verschil
moest er wezen!
Lidmaatschap
In 1918 komt er van de zijde van de ZLM
de suggestie om als vereniging het lidmaat
schap aan te vragen. Veel animo is er niet
maar toch wordt besloten de stap te zetten.
Overhaast, want in 1920 werd het voorstel
van de heer M. Eversdijk om het lidmaat
schap weer op te zeggen, ondersteund.
Toen in 1929 in Goes een grote landbouw
tentoonstelling van de ZLM was
georganiseerd hadden leden van de ZLM
gratis toegang, anderen niet. Weer discussie
genoeg bij VIOS, zonder resultaat. De beurs
krach op Wall Street in oktober 1929 bracht
wereldwijd een economische neergang
teweeg. De agrarische sector, die van primair
belang was voor de voedselvoorziening,
moest door de overheid in bescherming
genomen worden. Ook de leden van de VIOS
deelden in de malaise. Na de crisisjaren
volgde de Tweede Wereldoorlog en werden
de omstandigheden steeds moeilijker.
Het was een veelbelovende naam voor de
landbouwvereniging in Kapelle: Vooruitgang
is ons streven. In de eerste decennia van het
bestaan was er zeker wel sprake van wat
diversiteit aan activiteiten. Maar in de
vergadering van 1932 lezen we al dat
secretaris Ganseman het bestuur het verwijt
maakt: "Wij hebben een landbouwvereniging
welke zich in hoofdzaak bezighoudt met den
aankoop van kunstmeststoffen, met iets
anders bemoeien wij ons niet". Was het
een gebrek aan visie en initiatief bij de
opvolgende besturen? Enige maten is
geprobeerd aan te sluiten bij de ZLM, maar
dat is steeds op niets uitgelopen. Na de
Tweede Wereldoorlog is het ledental
geleidelijk kleiner geworden en vergaderde
het bestuur soms met één of twee leden, In
1991 kwam er een bijna geruisloos einde aan
het bestaan van de landbouwvereniging
VIOS.
a*M*a»i Item n»* Kipallr
De dorpsherberg De Zwaan, vaste vergaderplaats van de landbouwvereniging (ansichtkaart, circa 1905) I
bron; De Spuije, winter 2020.
Een wagen met suikerbieten wordt gewogen op de nieuwe weegbrug (ansichtkaart, circa 1900) 1 bron: De Spuije,
winter 2020.
30
ZEEUWS ERFGOED
nr. 12021
Afbeelding
Het stoepmeisje zat op
een bankje voor de
Schotse Huizen te breien,
een actie die bedoeld
was als pr-stunt foto
album van Alma Oakes,
1923, Museum Veere.
Joost Bakker is sinds de jaren negentig
betrokken bij Museum Veere als vrijwilliger,
conservator én bestuurslid. Welk pareltje heeft
hij uitgekozen en waarom?
In de expositie 'Ode Aan Alma' in Museum Veere
staat in een van de zalen een bankje met een
meisje in streekdracht. Het is hét bankje met hét
stoepmeisje. Door Het WaLchers Costuum
aangekleed, Het stoepmeisje zat rond 1923 op
de stoep voor de Schotse Huizen te breien, Op
het bankje. Deze actie was bedoeld als pr-stunt.
Door het stoepmeisje op het bankje voor het pand
neer te zetten, wilden ze de aandacht trekken
en bezoekers verleiden de kunstexposities in
de Schotse Huizen te komen bekijken. Op de foto
is het meisje te zien.
Boven de schouw hangt ook het schilderij
'Het stoepmeisje van de Schotse Huizen'
van de Belgische schilder Armand Jamar.
Dit schilderij werd een icoon van de Schotse
Huizen. Het schilderij hing jarenlang in het
appartement van Alma Oakes (1889-1987).
Alma Oakes bewoonde De Struys, een van
de twee Schotse Huizen. Zij verzamelde
onder andere Zeeuwse kostuums, porselein en
scheepsmodellen. Ook was ze verbonden met
de 'Veeristen', de kunstenaars die langere tijd in
Veere woonden en werkten.
Joost Bakker: "Of het meisje op het schilderij
ook het meisje op de foto is kunnen we niet met
zekerheid zeggen. Er waren meerdere meisjes
die bij tijd en wijle bij Alma op de stoep hebben
zitten breien. Het is een bijzonder verhaal dat we
met de collectiestukken zoals het bankje, het
schilderij en de foto's in het museum vertellen."
nr. 12021
ZEEUWS ERFGOED
31