Benoemd tot predikant en leraar Afbeelding Met de steun en leiding van de classis in Amsterdam groeide de Gereformeerde Kerk in voormalig Nieuw- Nederland gestaag. Een van de nieuwe gemeentes aan het begin van de achttiende eeuw was die van Claverack (1716), in Upstate New York. zich onder andere door eigen aanvullende gebeden en kritiek op de gehanteerde Liturgie van de publieke kerk distantieerden. De door de classis van Amsterdam naar Nieuw-NederLand uitgestuurde dominees kwamen echter in een spagaat terecht, aangezien veel nieuwe en snel groeiende gereformeerde gemeenten aldaar naarstig op zoek waren naar voorgangers en meer en meer gemeenten zich beklaagden over de geringe bezoekfrequentie van de in Nieuw-Nederland aanwezige dominees. Ook de komst en de werkzaamheden van GuiLiam Bertholf in Nieuw-Nedertand bleven niet ongemerkt voor de classis van Amsterdam; regel matig waarschuwden de zittende dominees de classis van Amsterdam voor deze bevlogen, maar tevens 'rusteloze Koelmanist' die met zijn 'schismatische humor' verdeeldheid binnen de gereformeerde kerk van Nieuw-Nedertand zou teweegbrengen. Intussen omarmden de gemeenteleden van de in 1686 gestichte gereformeerde kerken van Acquackanonk en Hackensack GuiUam als hun voorganger. Hij werd er schoolmeester, las preken (voorlezer) en leidde het zingen tijdens de kerkdiensten (voorzanger); semi-pastorale taken, die GuiUam eveneens gedeeltelijk en op parttime basis in de jaren 1690-1691 uitvoerde in de gereformeerde kerk van (Nieuw-)Haartem, op Manhattan. In deze jaren besefte hij vermoedelijk dat het aan hem zelf was om het probleem van het tekort aan voorgangers - en daarmee het uitvoeren van de (semi-) pastorale taken - te helpen oplossen. Een probleem, dat overigens werd vergroot door de vervreemding van enkele gereformeerde gemeenten van de zittende dominees in Nieuw-Nederland. In het voorjaar van 1693 spraken de gereformeerde gemeenten van Acquackanonk en Hackensack de nadrukkelijke wens uit dat GuiUam Bertholf als hun predikant zou worden aangesteld. Hiertoe tekenden 57 gemeenteleden, waaronder twee ouderlingen en twee diakenen een petitie gericht aan een niet nader genoemd orgaan, waarin werd opgeroepen aan GuiUam Bertholf meer kerkelijke bevoegdheden te verlenen, zodat 'Christus' Koninkrijk zich mag uitbreiden tot in de verste hoeken van de aarde'. In de petitie werden de aanbevelingen van beide gemeenten nader toegelicht en de hoop uitgesproken dat Guilam heugelijk naar hen zou terugkeren met de 'verlening van een rechtmatige roeping'. Met dit document in handen scheepte GuiUam korte tijd later in voor de transatlantische oversteek naar de Republiek. Aldaar omzeilde hij wijselijk de anti- Koelmanistische classis van Amsterdam, door juist bij de classis van Walcheren het verzoek van de gereformeerde gemeenten van Acquackanonk en Hackensack neer te leggen. Na een geslaagde proef van bekwaamheid in september 1693, bestaande uit het houden van een preek en het afteggen van een examen, wiLLigde de classis van Walcheren het verzoek in om GuiUam aan te steLLen als predikant en leraar van beide gemeenten. Op 24 februari 1694 zette GuiUam Bertholf, intussen in het bezit van het felbegeerde certificaat, weer voet op Amerikaanse bodem. Kort hierop schreef hij een brief aan zijn 'moederkerk' in Sluis. Hierin verwoordde hij het schriLLe contrast tussen de warme ontvangst door zijn gemeente leden enerzijds en de haat en laster van de New Yorkse dominees aan zijn adres anderzijds. Deze laatsten probeerden GuiUams benoeming te dwarsbomen, vooral door de classis van Amsterdam over de in hun ogen onrechtmatige benoeming te informeren en hen te overtuigen hiertegen actie te ondernemen om onrust en ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Voor GuiUam was de steun van zijn gemeenteleden én van God voldoende om zijn werk voort te zetten. Toch probeerde hij zoveel mogelijk de kou uit de lucht te halen, onder andere door dominee Henricus SeUjns op te zoeken en hem ervan te overtuigen zijn verzet op te geven en samen op te trekken in het belang van de eigen gereformeerde gemeente(n). Al gauw zag SeUjns in, dat bij een uitblijven van een nationaLe synode, het menings- 6 ZEEUWS ERFGOED nr. 3 2019

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2019 | | pagina 6