'Zierikzee' van 134 voet (gebouwd door Arent
Dirckz. SLuyck) en de 'ThoLen', een kLeiner schip
(gebouwd door Jan Pietersz. Sij). Het Zeeuwse
aandeeL aan 's Lands vLoot in 1653 was 15 van de
66 schepen. De Lokroep der Zaandamse scheeps
bouw was in deze situatie groot. In de toptijd
Leefden hier 3.000 tot 4.000 mensen direct van de
scheepsbouw. Ook nevenbedrijven zoaLs anker
smederijen, mastenmakerijen, zeiLdoekweverijen,
mastenmakerijen, houtzagerijen, touwsLagerijen
enzovoort zorgden voor veeL werk.
De Zeeuwse admiraLiteit ging bij de aankoop
niet over één nacht ijs. Zij stuurde een opzichter,
Andries Arentsen, naar Zaandam om toezicht te
houden op het "toemaecken en taekelen" van de
schepen. Andries kreeg begin 1654 voor 164 dagen
toezicht "'t negentich ponden en vier schellingen
Vlaems" (f 540,20) uitbetaaLd. Ook ontving hij een
onkostenvergoeding van f 156,62^ voor zijn werk.
Hij was overigens niet de enige Zeeuw die
aanwezig was bij de bouw. Ook Johan van
Benthem, Raad van de AdmiraLiteit van ZeeLand,
verbLeef in Zaandam en Amsterdam. Daar betaaLde
hij contant f 5.352,- voor rondhout, masten en
andere zaken, die nodig waren om de schepen te
kunnen Laten uitvaren.
De admiraLiteit van ZeeLand probeerde ook zoveeL
mogeLijk werk door Zeeuwse ondernemers te
Laten verrichten. Zo stuurde ze in 1653 Frans
MangeLaer en Jan Vinckaert (de Latere beveL
hebbers van de 'Utrecht' en de 'Zierikzee') naar
Amsterdam en Zaandam om de besteLde schepen
"te helpen toemacken". De hoeveeLheid werk die
nog te doen stond, was natuurLijk afhankeLijk van
het bouwstadium waarin de oorLogsschepen zich
bevonden. Later werd MangeLaer met zeven
ankers ter waarde van f 2.375,- naar Zaandam
gestuurd. Verder Leverden Zeeuwse ondernemers
onder meer touwwerk, masten, rondhout en zeiLen.
De Zeeuwse admiraLiteit wiLde zeker weten dat ze
goede schepen kreeg voor haar geLd. Ze stuurde
na de eerdere controLes nog een keer een
scheepstimmerman, Simon Been uit VLissingen,
naar Zaandam om de drie schepen te inspecteren.
Hij kreeg voor dit onderzoek f 200,- en voor zijn
reiskosten f 100,-. Dit zijn voor die tijd hoge
vergoedingen.
HoeveeL de Zeeuwen precies betaaLd hebben
voor de schepen is niet duideLijk. Ze zuLLen zeker
kortingen hebben bedongen, aangezien ze zoveeL
mogeLijk zaken aan de schepen in eigen beheer
hadden uitgevoerd. Jan Pietersz. Gijsen, de bouwer
van de 'Utrecht', ontving f 17.004,57. Arent Dircksz.
SLuyck, de bouwer van de 'Zierikzee', ontving een
bedrag van f 25.442,-. (Zijn vraagprijs was f 36.000,-).
Of deze bedragen aLLe betaLingen beheLsden is
niet duideLijk. Later vond nog een betaLing pLaats
aan Gijsen van 1.000 ponden VLaams (f 6.000,-).
Henk Roovers
Verder lezen
- Zie voor de Zeeuwse situatie onder meer 'Concurrentie en
Compagnie. Scheepsbouw in Zeelands Gouden Eeuw'
www.zeeuwsnankers. n l/verhaal/concurren tie-en - compagnie;
- 'Organisatie van de kaapvaart' www.zeeuwseankers.ni/verhaai/
organisatie-van-de-kaapvaart (op basis van publicaties
van Johan Francke);
- Jan Kuipers, 'Schepen, schelpen, vondsten, wrakken.
Herinneringen aan Zeeuwse VOC-schepen' Zeeuws Erfgoed
december 2017, 3-6 en idem, ZZeeuVOC-wrakken'
www.zeeuwseankers. n l/verhaal/zeeuwse -voc- wrakken.
Henk Roovers (Zaandam)
publiceerde over dit en
andere onderwerpen
aangaande de
Zaandamse scheeps
bouw artikelen in onder
meer Zaans Erfgoed nr.
58, 59 (2016) en nr. 64
(2018). (Voor literatuur
opgave zie aldaar.)
Het artikel '(Zaandamse
schepen voor de Zeeuwse
vloot' in dit nummer van
Zeeuws Erfgoed is tot
stand gekomen met
medewerking van
Jan Kuipers.
Afbeelding
Zaandam bezat rond
1670 zestig grootscheep-
makerswerven, maar
afbeeldingen zijn
schaars. Deze dateert
uit de nadagen (1786)
collectie Roovers.
nr. 2 2019
ZEEUWS ERFGOED
7