Een historisch
fenomeen bewaren
Recht op overheidsgezag
Ten zuiden van Goes, op Zuid-BeveLand, liggen
Baarsdorp en Sinoutskerke. Ze vormen een van
de weinige pLaatsen in ZeeLand waar de traditie
van de ambachtsheerlijkheid nog in ere wordt
gehouden. Heerlijkheden dateren uit de
middeLeeuwen en waren bestuurseenheden
op het platteland. Ze omvatten het recht op
overheidsgezag in een bepaald gebied en rechten
die daarmee verbonden waren. Onder het recht op
overheidsgezag viel de aansteking van de dorps
bestuurders (schout, schepenen en secretaris),
uitoefening van rechtspraak, benoeming van de
pastoor of predikant en belastingheffing. Iemand
kon een ambachtsheerlijkheid, of een deeL
daarvan, verwerven door vererving of aankoop.
Sinoutskerke en Baarsdorp ontstonden aLs aparte
ambachtsheerLijkheden. De geschiedenis van de
heerLijkheid Baarsdorp gaat het verst terug.
De eerste heer van Baarsdorp was WoLfert IX van
BorsseLe, die Leefde tussen 1203 en 1231. Daaruit
vaLt af te Leiden dat de heerLijkheid in die periode
gesticht moet zijn. De heerLijkheid wordt voor het
eerst vermeLd op een zegeL uit 1271.
De geschiedenis van de heerLijkheid Sinoutskerke
Laat zich niet zo ver terug achterhaLen. De vroegste
vermeLding van eigenaren betreft de jaren
1330-1340, wanneer een deeL van de heerLijkheid
eigendom is van de 'Vrouw van Wissenkercke'.
Beide heerLijkheden waren vanaf 1603 steeds in
handen van dezeLfde personen. In de Loop der
eeuwen kochten of erfden famiLies en particuLiere
eigenaren ambachtsporties.
Schapendrift, plantrecht en visrecht
De Bataafse RevoLutie in 1795 maakte een einde
aan de heerLijke rechten en hoeweL een deeL van
de ambachtsheerLijke rechten Later weer werd
hersteLd, werd het heerLijk recht op overheids
gezag nooit opnieuw in het Leven geroepen.
In Sinoutskerke en Baarsdorp bLeven behaLve
het recht tot het voeren van de titeL heer of vrouwe
ook andere heerLijke rechten in gebruik. Het
gaat hier om het recht op schapendrift, ook weL
grasetting genoemd, het pLantrecht en het
visrecht.
Het recht van schapendrift houdt in dat Langs
de wegen en wegeLingen in Sinoutskerke en
Baarsdorp schapen mogen worden geweid.
Uitoefening van het recht op schapendrift vindt
ongeveer eenmaaL per tien jaar pLaats, sinds de
jaren zestig van de vorige eeuw met enkeLe
schapen. De Laatste keer was dat in 2008. Met het
recht op schapendrift hangt het pLantrecht samen,
het recht om in de smaLLe bermstroken Langs de
wegen, op grond die eigendom is van iemand
anders, bomen en ander houtgewas te pLanten.
Het visrecht houdt in dat gevist mag worden in
water waarvan anderen eigenaar zijn. In de praktijk
betekent dit dat degene die in Sinoutskerke of
Baarsdorp wiL vissen hiervoor toestemming moet
vragen aan de eigenaar van het heerLijk visrecht.
Het visrecht wordt nog regeLmatig uitgeoefend.
De rechten bLeven behouden toen het gebied in
1980 betrokken raakte bij de ruiLverkaveLing
De PoeL-Heinkenszand.
Overige rechten
OorspronkeLijk hoorden ook andere rechten tot
de ambachtsgevoLgen van Baarsdorp en
Sinoutskerke. Het jachtrecht werd in 1923
afgeschaft. Het recht van vogeLarij (eendenkooi) is
voor deze dorpen vervaLLen omdat het te Lang niet
was uitgeoefend. Het veerrecht en het recht van
kerkgestoeLte (het recht op een herenbank in de
kerk) zijn sLapend, omdat de kerken in Baarsdorp
en Sinoutskerke zijn gesLoopt en het water
waarover het veerrecht werd uitgeoefend in
de dertiende eeuw is ingepoLderd.
Mevrouw M.J. van HuykeLom van de Pas is nu
ambachtsvrouwe van Baarsdorp. Het recht op het
voeren van de titeL voor Sinoutskerke deeLt zij met
de nazaten van A.A. van Rossem, die in het begin
van de twintigste eeuw de titeL ambachtsheer van
Sinoutskerke had gekocht. Omdat de titeL wordt
gedeeLd, mogen de bezitters ervan zich
'ambachtsheer- of vrouw in Sinoutskerke' noemen
(en niet van Sinoutskerke).
In 2018 kwam de Laatste ambachtsportie in handen
van de famiLie Van HuykeLom van de Pas, met
uitzondering van de visrechten. Sinds die tijd
denkt de famiLie na over de roL die een ambachts
heerLijkheid in de moderne tijd kan speLen. Het
beLangrijkste daarbij vindt zij om de ambachts
heerLijkheden aLs historisch fenomeen te bewaren
voor toekomstige generaties. Dat kan aLLeen aLs
andere mensen daarbij betrokken worden, in het
bijzonder de jeugd.
15
nr. 2 2019
ZEEUWS ERFGOED