Tellen in het Zeeuws
Hie gooit
altied zesjes
Eêne, tweêë,
drieë, viere,
vuuve, zesse,
zeev(e)ne,
Tellen doen we allemaal, we leren het al
vroeg en ouders zijn er meestal trots op
als hun kleine kinderen een, twee, drie
kunnen nazeggen of leren rekenen.
Maar hoe tellen we in het Zeeuws?
Heel veel verschil met het Nederlands is
er op het eerste gezicht niet, op een paar
uitspraakverschillen na. Ook wat de
verbuiging van telwoorden betreft,
zijn er enkele minieme verschillen.
Wat zijn telwoorden?
Telwoorden zijn woorden die het aantal of het
rangnummer van iets aangeven. We kennen
twee soorten telwoorden: de hoofdtelwoorden
(één, twee, drie, en de rangtelwoorden
(eerste, tweede, derde, Beide soorten
komen in bepaalde en in onbepaalde vorm voor.
Bepaalde telwoorden geven het precieze aantal
of rangnummer, onbepaalde geven een
niet-gespecificeerd aantal of rangnummer.
Zelfstandig en bijvoeglijk gebruik
De meeste telwoorden krijgen in het Zeeuws een
eind-e, althans als ze zelfstandig gebruikt worden.
Wanneer getallen bijvoeglijk gebruikt worden,
met andere woorden wanneer er een voorwerp
of persoon volgt, dan staat er nergens een eind-e;
ik vuuv koartn, m'oa zes lammers, ik drie broers.
De uitspraak van telwoorden
Afbeelding
Uit: Eên, tweêë,
Tellen met Leuntje en
Merien. Tekening van
Jan Willem Hament
zesse, zeev(e)ne, achte, neeg(e)ne, tiene, elleve,
twolve, dertiene en zo verder tot negentiene.
Vanaf twintig hoor je geen eind-e meer: twintig,
dertig enzovoort.
Hoewel, dat is een te simpele voorstelling van de
feiten. Op Walcheren bijvoorbeeld telt men eên,
tweê, drie, viere, vuuve,De eind-e is er pas vanaf
vier. Op Zuid-Beveland krijgt enkel de eên geen
eind-e: eên, tweêë, drieë, viere enzovoort. Onder
invloed van het Nederlands is het mogelijk dat de
eind-e meer en meer verdwijnt, ook in het Zeeuws
en zeker bij jongeren die sterker onder invloed
staan van de standaardtaal.
Dat wil zeggen dat er geen voorwerp of persoon
volgt. Je hoort dus eêne, tweêë, drieë, viere, vuuve,
De uitspraak van de getallen is een beetje anders
dan in het Nederlands. Eên en tweê hebben een
scherplange ee. Dat betekent dat ze in het
grootste deel van Zeeland klinken als een ee met
een naslag, in het oostelijke deel van Zeeuws-
Vlaanderen wordt het ieë. Hier en daar wordt het
iets korter uitgesproken en hoor jejin, jinne of twi.
10
ZEEUWS ERFGOED
nr. 2 2019