Franse stijlinvloeden Bouwsporen Hiaten Bewoners en personeel van Reigerburgh poseren voor de fotograaf (1895). Op de achtergrond de dwars op het woonhuis geprojecteerde landbouwschuur, die zojuist is gereedgekomen collectie Gemeentearchief Tholen. De brug met houten hekwerk over de gracht naar de hof is tien jaar geleden in oude glorie hersteld. Anthonie Heron, zoon van de in 1714 overleden eerdergenoemde Rochus Heron. Voor Anthonie Heron reikte de wereLd verder dan het eiland Tholen. Zo woonde hij onder meer in Zierikzee en Den Haag en was hij voortdurend op reis. Ook had hij veel Franse vrienden. Door als vermogend man zijn blik naar buiten toe te richten, deed hij nieuwe indrukken en invloeden op die onder andere zijn uitwerking op de boerderij hadden. Anthonie Heron voerde de Franse stijünvloeden niet aHeen door op de erfbebouwing van Reijgerburgh, maar ook op het erf zelf. Zo liet hij op stukken grond aangrenzend aan de erfbebouwing vijvers en tuinen in Franse stijl aanleggen. Het is goed mogelijk dat al deze aanpassingen, van zowel de erfbebouwing als van de tuinen, rond 1740 plaatsvonden. Vanaf deze tijd stamt ook de oudst bekende naamsvermelding Reijgerburgh in de archieven. Er lijkt dan ook een verband te bestaan tussen de aanleg van het (reigers)bos, de toevoeging van de ovale ramen (in de vorm van reigerseieren?) en de oudst bekende naamsvermelding van de boerderij. Hoewel van afstand niet waarneembaar, wijzen bouwsporen in het metselwerk van de gevels erop dat het aanbrengen van de ovale vensters inderdaad heeft plaatsgevonden in reeds bestaande bebouwing. Op diverse plaatsen is bij nadere bestudering goed te zien dat het metsel- verband, het verband waarin de bakstenen zijn gemetseld, onderbroken is. Aangezien dit ook het geval is ter hoogte van het centrale venster (begane grond) van de kopgevel is het goed mogelijk dat hier oorspronkelijk de hoofdingang gesitueerd was. Pas gedurende de achttiende eeuw werd het op Tholen gangbaar om de hoofdingang in de lange gevel van het woonhuis te plaatsen, precies zoals Anthonie Heron waarschijnlijk heeft laten doen bij de verbouwing van de boerderij rond 1740. Of de kopgevel oorspronkelijk voorzien was van een trapgevel, is niet duidelijk. Tuitgevels waren gangbaar op zeventiende-eeuwse boerenwoonhuizen, aangezien ze onderhoudsvriendeUjker waren dan trapgevels. Daarbij raakten trapgevels vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw uit de gratie. Afsluitend kan gesteld worden dat er nog diverse hiaten zijn in de bouwgeschiedenis van boerderij Reijgerburgh. Een uitgebreid bouwhistorisch onderzoek van het woonhuis en aangrenzende historische bebouwing zou zeker meer duidelijkheid hierover kunnen verschaffen. Desalniettemin spreekt Reijgerburgh erg tot de verbeelding, zeker in de wetenschap dat deze boerderij zelfs op landelijke schaal een unieke verschijningsvorm heeft. Marinus van Dintel 22 ZEEUWS ERFGOED nr. 1 2019

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2019 | | pagina 22