De Engelse zendeling Willibrord verkondigt het geloof op Walcheren.
Hij heeft zijn voet op een omvergeworpen afgodsbeeld gezet.
Zo verbeeldde de tekenaar Johann Wilhelm Kaiser in 1840 Willibrords
komst naar Walcheren (collectie Rijksmuseum Amsterdam).
informatiebord geplaatst met een artist impression van
hoe Ganuenta er uit moet hebben gezien.
De oudste archeologische vondsten uit de vroege
middeleeuwen in Zeeland komen van het strandgebied
tussen Domburg en Oostkapelle en verwijzen onder meer
naar de handelscontacten die er in dit gebied met andere
delen van Europa waren. Er lagen hier verschillende
nederzettingen. Sporen ervan en van de bijbehorende
begraafplaatsen spoelden soms bloot op het strand. Ze
moeten deel hebben uitgemaakt van Walichrum (waaraan
Walcheren zijn naam dankt). Villa Walichrum was vanaf het
eind van de zesde eeuw een koninklijk domein, een grote,
bloeiende handelsnederzetting en een religieus centrum.
De bewoners waren waarschijnlijk Sueven, oorspronkelijk
afkomstig uit Noord-Duitsland. De nederzetting bestond
tot het eind van de tiende eeuw.
In de Zeeuwse bodem bevinden zich natuurlijk nog veel
meer sporen van onze geschiedenis. Werktuigen en andere
voorwerpen uit de prehistorie, en een rituele offerkuil
bij Grijpskerke van circa 185 voor Christus. Uit de
middeleeuwen resteren tientallen aarden heuvels, 'mottes',
waarop ambachtsheren hun kasteel, in veel gevallen een
houten verdedigingstoren, bouwden. En Zeeland heeft
een relatief groot oppervlak aan verdronken land en veel
verdronken dorpen. De belangrijkste daarvan is Valkenisse,
waarnaar langdurig onderzoek is verricht.
Religieus verleden
Kerken en kloosters zijn beeldbepalende gebouwen in een
stad of dorp. Hoe mensen vroeger hun geloof beleden en
hoe belangrijk dat in hun leven was, is ook af te lezen aan
voorwerpen in museumcollecties en het voortbestaan van
rituelen. De maand november in het Europese Erfgoedjaar
draaide om het religieus verleden.
Aan goden gewijde altaren, zoals die voor Nehalennia, zijn
stille getuigen van het geloofsleven van mensen in de
Romeinse tijd. Het christendom kwam in de zevende eeuw
naar het huidige Zeeland. Eligius, bisschop van Noyon en
Doornik, verspreidde in deze contreien als eerste het
christendom. Alleen in de omgeving van Aardenburg
behielden zijn ideeën invloed.
Boven de Westerschelde ging de grootste invloed uit van
Engelse zendelingen. Een van hen was de legendarische
Willibrord, die in het jaar 690 naar Walcheren kwam om er
het christendom te verkondigen. Hij kerstende in vijftig jaar
tijd een groot deel van de Nederlandse kuststreken en
stichtte de abdij van Echternach (Luxemburg). Over hem
deden allerlei wonderverhalen de ronde. Zo zou hij bij
Zoutelande een zoetwaterbron hebben opgewekt door
met zijn staf een kruis in de aarde te tekenen.
De Willibrordusput in het dorp herinnert daaraan. De
kerken in Westkapelle en Oostkapelle werden aan Willibrord
gewijd. Westkapelle groeide uit tot het centrum van de
Willibrordverering en een bekend pelgrimsoord. De kerk
bezat relikwieën van de zendeling, die vermoedelijk
geschonken waren door de abdij van Echternach, waar
Willibrord overleed.
Waarschijnlijk verloor het christendom aan invloed in de
Vikingtijd, maar daarna verstevigde de kerk zijn greep. In
de dertiende eeuw had bijna elk dorp in Zeeland wel een
eigen kerk. Veel van de dorpen uit die tijd zijn ook naar hun
kerk genoemd. Behalve kapellen en kerken werden door de
hele provincie ook kloosters gebouwd. De kloostergemeen
schappen maakten deel uit van kloosterorden die delen
van Europa omspanden.
Een deel van de kerken en kloosters in Zeeland verdween
nog in de middeleeuwen. Sommige dorpen - en daarmee
ook de kerkgemeenschap - waren zo klein dat ze niet
levensvatbaar bleken. De Beeldenstorm in 1566 richtte
bovendien schade aan. Maar echt funest waren de begin
jaren van de Tachtigjarige Oorlog. In de strijd, die voor
een belangrijk deel op het platteland werd uitgevochten,
werden heel wat religieuze gebouwen verwoest. Die werden
door geldgebrek niet allemaal weer opgebouwd.
Aan het eind van de zestiende eeuw kreeg in grote delen
van Zeeland de reformatie voet aan de grond. Het
humanistische gedachtegoed had vanuit elders in Europa
al eerder die eeuw de Zeeuwse gebieden bereikt en daarop
volgden de ideeën van Luther en Calvijn. De nieuwe,
protestantse kerkgemeenten namen de oude katholieke
kerkgebouwen in. Andere religieuze gezindten, in het
bijzonder joden en katholieken, mochten hun geloof niet in
het openbaar belijden.
Zeeland was diverse malen een toevluchtsoord voor
mensen uit Europa die om geloofsredenen moesten
vluchten: Zuid-Nederlanders aan het eind van de zestiende
eeuw, Hugenoten uit Frankrijk vanaf de zeventiende eeuw
en Salzburgers in de achttiende eeuw. Ook dankzij de vele
Zeeuws Erfgoed 8 december 2018 04