Zuid-Beveland Steenhouwers in de Grote Kerk, 1920-1930 (bron: Zeeuws Archief). Een van de testputjes in de kerk. De kerk zonder tussenverdiepingen, 1933-1935 (bron: Zeeuws Archief). het loopniveau van de vijftiende/zestiende-eeuwse kerk, aangezien de Franse aanpassingen bovenop deze vloer zijn gezet. In twee sleuven werd op circa 95 centimeter diepte een nog ouder vloerniveau vastgesteld. In een van de sleuven is een relatief intacte menselijke begraving gevonden op één meter onder het huidige vloerniveau. Het skelet is duidelijk opzij geschoven bij eerdere activiteiten, waardoor het anatomisch niet geheel meer in verband ligt. Ook in twee andere sleuven werden enkele losse menselijke botresten aangetroffen. Zijn dit getuigenissen van de baldadige acties van de Franse soldaten aan het begin van de negentiende eeuw? Spoedig zal meer duidelijkheid ontstaan over wat de werken in de kerk precies zullen behelzen en welke verdere acties er op archeologisch vlak moeten worden uitgevoerd. Vuurstenen bijl uit Kapelle In de zomer van 2018 meldde een particulier de vondst van een vuurstenen l bijl. Hij had dit voorwerp al in 2016 in verstoorde grond gevonden, in zijn achtertuin aan De Warretjes in Kapelle op een diepte van ruim 0,5 meter. De bijl is ruim 13 centimeter lang, 6,5 centimeter breed en gemaakt uit een grijze vuur steensoort met witte vlekken. Het oppervlak van de bijl is licht glimmend en op enkele plaatsen gepolijst, met name bij het snededeel. Op andere plaatsen waren recente beschadigingen zichtbaar. Gepolijste stenen bijlen zijn kenmerkend voor de nieuwe steentijd (Neolithicum; 5300-2000 voor Christus). Ze waren in gebruik bij de eerste boerengemeenschappen. In de tijden daarvoor Zeeuws leefde de prehistorische mens nog als jager en verzamelaar van voedsel, maar rond 4000 voor Christus maakte men in Zeeland de overstap naar het beoefenen van akkerbouw en veeteelt. De mensen hoefden nu niet meer als nomaden door het landschap te trekken, maar vestigden zich op vaste t I woonplaatsen. Voor dat doel moest men w bomen omhakken om open plaatsen in de ■■I bossen te creëren en boerderijen te bouwen, V j waarvoor de gepolijste bijlen uitstekend I geschikt waren. Ze dienden waarschijnlijk ook voor wat fijnere houtbewerking. Ir Bewerking, herkomst Hf De bijlen werden eerst ruw tot hun beoogde m vorm voorbewerkt, waarna ze met water op jjr slijpstenen glad werden gepolijst. Het voordeel hiervan was dat ze bij het gebruik minder snel De geslepen vuurstenen bijl uit Kapelle. ber 2018 04

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2018 | | pagina 25