Vroege middeleeuwer in het ziekenhuis In het Centrum voor Nucleaire Geneeskunde van het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (ADRZ) in Goes werd op 13 december 2016 een bijzondere patiënt binnengebracht. Een menselijk skelet en de bodemplank van een vroegmiddeleeuwse (450-1050) grafkist zouden die avond een CT-scan ondergaan. Het onderzoek vond plaats in het kader van een internationaal multidisciplinair onderzoeksproject naar vijf begravingen uit (de buurt van) de belangrijke vroegmiddeleeuwse nederzetting Walichrum. Het ziekenhuis stelde buiten de normale werktijd belangeloos zijn apparatuur en expertise ter beschikking voor deze zeldzame toepassing van archeologisch onderzoek. Walichrum Al enkele jaren staat de nederzetting Walichrum - in belang vergelijkbaar met Dorestad - weer volop in de internationale wetenschappelijke belangstelling. Walichrum - waar de naam Walcheren vandaan komt - bevond zich van de zesde tot de elfde eeuw op een locatie op het (huidige) strand bij Westhove, tussen Domburg en Oostkapelle. De plaats stond ook in nauw verband met Domburg, waar later de ringwalburg werd opgetrokken. De meeste vondsten van het strand zijn oude vondsten van vóór circa 1960, maar in Domburg zijn recentelijk ook enkele opgravingen uitgevoerd. Zichtbaar is een dwarsdoorsnede van het graf ter hoogte van het bovenste deel van de dijbenen. In deze afbeelding is bot te herkennen als witte struc turen. De twee grote witte cirkelvormige objecten zijn het compacte bot van de schacht van het dijbeen. Aan de buitenzijde van het rechter dijbeen (voor de kijker links) ligt een kleiner bot. De typerende halve cirkelvorm laat zien dat het hier gaat om de schacht van een vingerkootje. Aan de andere kant ligt aan de binnenzijde van het dijbeen ook een kleiner bot, een midden- handsbeentje. De structuur van het eikenhout van de grafkist en het verloop van de jaarringen zijn in deze doorsnede ook heel goed te zien en maken aanvullend onderzoek van de datering van het graf mogelijk. Vijf begravingen Drie begraven mensen zijn afkomstig uit Domburg, en twee van het strand van Oostkapelle bij de buitenplaats Berkenbosch. Omdat van de menselijke resten nog maar weinig bekend was, is door de Universiteit van Oxford en de SCEZ een project gestart om al het mogelijke van die mensen en begravingen te weten te komen. In het project 'Investigating the Dead in Early Medieval Domburg' zijn al een aantal onderzoeken afgerond. Zo zijn in Oxford met de radiokoolstofmethode (14C) de nog ontbrekende dateringen van de skeletten vastgesteld en is met behulp van stabiele-isotopenonderzoek van strontium, zuurstof, koolstof en stikstof onderzocht of de begraven personen uit de regio afkomstig zijn of van elders en welk voedsel het meest is genuttigd. De twee begravingen van Oostkapelle-Berkenbosch zijn in 1921 en 1923 gevonden op het strand en maakten deel uit van een kleine begraafplaats of grafveld. De resten bevinden zich nu in het Zeeuws Archeologisch Depot van de SCEZ, maar waren nooit eerder onderzocht. De met de CT-scan onderzochte begraving is nog min of meer in dezelfde staat als waarin die in 1923 is geborgen. Op de eikenhouten kistbodem liggen de overblijfselen van het skelet, half verscholen in de resten van de grond die lang geleden in de grafkist is terechtgekomen. Na bijna honderd jaar worden dit graf en skelet nu voor het eerst aan een systematisch onderzoek onderworpen. Enkele resultaten Van deze begraving zijn al enkele onderzoeksresultaten bekend. Zo heeft jaarringenonderzoek, uitgevoerd door BAAC, aangetoond dat de boom van de grafkistbodem op zijn vroegst tussen 681 en 703 na Chr. in het Duitse Rijnland gekapt is. Het skelet zelf is ruim gedateerd (14C) tussen 666 en 778 na Chr. Verder is uit onderzoek van het tandglazuur gebleken dat de persoon waarschijnlijk niet afkomstig is van Walcheren, maar van de Brabantse of Vlaamse zandgronden, het Midden-Nederlandse rivierengebied of noordelijker langs de Noordzee. Door het onderzoek in de CT-scanner is vastgesteld dat het om het skelet van een man gaat. Verder kunnen we mede op grond van de CT-beelden de lichaamslengte schatten. Hieruit valt op te maken dat het gaat om een man met een Zeeuws Erfgoed 3 maart 2017 01

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2017 | | pagina 8