Dit is de oudste kaart waarop het eerste stelsel van lichten wordt getoond. Deze uiterst gedetailleerde kaart is gemaakt door de Belgische hydrograaf August
Stessels. Het is aannemelijk dat Stessels de motor was achter het voorstel tot verlichting in 1865. De locaties van de geplaatste lichtopstanden zijn geel
gemarkeerd. De drie lichten links, buiten de kaart, stonden in werkelijkheid bij Kaapduinen en Zoutelande. De groene bollen duiden de lichtschepen.
Lichtopstanden om de Nederlandse havens bij nacht te onderscheiden waren al voor 1865 ontstoken. Deze zijn in rood weergegeven. De lichtopstanden
werden in het stelsel van lichten geïntegreerd (bron: Gertjan de Boer).
belast zijn, zich met hunne Nederlandsche ambtgenoten
teverstaan, om tot de uitvoering van een ontwerp te
komen, strekkende om over de gehele uitgestrektheid van
de Wester Schelde een stelsel van verlichting te bepalen,
waardoor de zeeschepen in de gelegenheid worden gesteld
de rivier zoo wel des nachts als bij dag te bevaren".0
Er kon gedurende het onderzoek niet achterhaald worden
hoe de Nederlandse commissarissen dachten over deze
mededeling, maar vermoedelijk waren zij ontsteld. Dit
betekende voor hen namelijk een groot aantal overleggen
op de ministeries in het verre Den Haag. En wie wist hoe
de ambtenaren daar zouden reageren? Met de oorlog van
1830 nog in het achterhoofd, en het besef dat Nederland
alleen zou verliezen bij een beter bereikbare Antwerpse
haven, kon dit wel eens narigheid opleveren. Vermoedelijk
beseften de Belgen dit ook. Zij leverden daarom direct
een "gedetailleerde verslag om als grondslag te dienen
bij de behandeling der zaak".
De vijf volgende vergaderingen van de Permanente
Commissie vroegen de Belgen tijdens de rondvraag
steevast naar een stand van zaken met betrekking tot
hun stelsel van lichten. Pas na anderhalfjaar kwam het
verlossende woord van de Nederlanders. Den Haag had
groen licht gegeven. Maar het was de Hollandse eer te
na om het gedetailleerde verslag van de zuiderburen te
volgen. In dezelfde vergadering toonden zij een tegen
ontwerp met "de juiste punten alwaar de geprojecteerde
lichten dienen te worden geplaatst".3 De Belgen vonden
het al lang goed. Ze hadden genoeg tijd verloren.
Ze namen het plan direct na presentatie aan.
De Permanente Commissie van Toezicht
op de Scheldevaart
In 1839 werd, in Londen, het officiële
Scheidingsverdrag tussen Nederland en België
getekend.3)Over de Schelde werd bepaald dat deze
waterweg open moest blijven (artikel 9, paragraaf 1).
Ter compensatie mocht Nederland tol heffen op elk
schip dat erover voer (artikel 9, paragraaf 3). Over
het loodswezen werd bepaald dat zowel Belgische
als Nederlandse loodsen zich vrij rond de Schelde
mochten vestigen - dus ook in andermans land.
Het was aan de binnenvarende gezagvoerder om
te kiezen voor een Nederlandse of Belgische loods
(artikel 9, paragraaf 2).
Van groot belang was de bepaling dat het loodswezen
en de betonning (boeien in het vaarwater) van de
Westerschelde "aan een gemeenschappelijk toezicht
wordt onderworpen, en dat dit gemeenschappelijk
toezicht door wederzijds daartoe benoemde
commissarissen zal worden uitgeoefend" (artikel 9,
paragraaf 2). De commissie die hieruit voortvloeide
kreeg de naam Permanente Commissie van Toezicht
op de Scheldevaart. Deze commissie bestaat vandaag
de dag nog steeds. In dit orgaan worden alle besluiten
genomen ten aanzien van de verbetering van de
Scheldevaart. Hierbij kan gedacht worden aan nieuwe
boeien, de bouw van radartorens, baggerwerken maar
ook verlichting.
Zeeuws Erfgoed 4 maart 2017 01