Trots op mijn monument "Het voelt als een jas" In de rubriek 'Trots op mijn monument' vertellen abonnees van de Monumentenwacht hoe het is om in een monumentenpand te wonen of te werken. Menno van den Hoek woont aan de Seisdam 26 in Middelburg, net buiten de oude middeleeuwse stadskern aan de oude stadsgracht. Het pand stamt waarschijnlijk uit 1601, heeft hij gegoogled. In die tijd (1595-1598) werden de stadsgrenzen buiten de muren verlegd en Middelburg uitgebreid. Ik noem mijn woning een bescheiden monument. Dat het in 1966 de monumentenstatus kreeg, heeft te maken met vier dingen: de lijstgevel, de niet-gestukte muren, het hoge grote bovenlicht boven de voordeur en de kelderluiken aan de voorzijde. Die laatste waren er overigens niet bij de aankoop. Een van de eerdere bewoners had de kelder toegang dichtgemaakt. Toen kon je alleen van binnenuit in de kelder komen. Niet wetende dat het een van de criteria van de verleende monumentenstatus was, heb ik zelf watervaste multiplex kelderluiken aangebracht. Ooit had het pand ook twee dakkapellen. Die waren eveneens verwijderd. Eén heb ik weer teruggeplaatst. Het huis voelde direct als een jas toen we het in 1994 kochten. We verhuisden uit de Randstad naar Middelburg vanwege mijn werk - ik ben pabo-docent aan de Hogeschool Zeeland en historicus. We wilden heel graag een oud - en betaalbaar - pand in de binnenstad. Er was al dertien jaar geen onderhoud meer aan verricht, maar de woning beviel direct. De plek is goed, de huizen staan hier niet dicht op elkaar en het pand ligt gunstig op de zon. Het huis heeft karakter, of zoals een collega het verwoordde, het heeft 'smoel'. Dat komt ook omdat er allerlei aanpassingen zijn uitgevoerd die niet zijn 'weggebouwd'. De geschiedenis is van het huis af te lezen. In de negentiende en halverwege de twintigste eeuw is de woning beneden uitgebouwd. Bij het lage plafonnetje tussen de woonkamer en de keuken stond vroeger de oorspronkelijke buitenmuur. Dit is nog goed te zien in de kelder onder het huis en aan de hard stenen drempel in de gang. Eerder was daar de buitenmuur. De huizen aan de Seisdam zijn zeventiende-eeuws maar hebben een achttiende-eeuwse uitstraling. Een lijstgevel was de mode van de achttiende eeuw, de tijd van de Verlichting. Toen lag de nadruk op rechthoekige wiskundige figuren. Dat zie je terug in de hoekige lijstgevels en de gelijkvormige ramen. Het huis is dus ouder dan de gevel. Het oorspronkelijke pand had waarschijnlijk eerst een trapgevel. Op de gevel staat de naam 'De Cleyne Mortier'. De vorige buurman, de historicus Leon de Witte, heeft uitgezocht dat zijn huis ooit 'De Groote Mortier' heette en het huis daarnaast de 'Gouden Mortier'. Dat suggereert een eenheid. Een mortier is een soort kanon maar ook een vijzel - dat impliceert iets Monumenteigenaar Menno van den Hoek op de plek van de oude door gang in de gang (foto's Mieke Wijnen Fotografie). medisch. In de tuin van de buren zijn ook resten gevonden die iets dergelijks veronderstellen. Het vermoeden is dat het vroeger één groot pand was en dat daarom de dakgoten op gelijke hoogte liggen. Dat is juist lang niet altijd het geval. Vroeger werd per perceel een huis gebouwd, zonder een vooropgezet plan. Tussen de panden zijn verbindingsdeuren aanwezig en op een oude kaart van Goliath staat de tuin als geheel afgebeeld. Een andere historicus, Peter Sijnke, de voormalige stadsarchivaris van Middelburg, vindt de omschrijving 'een huis gebouwd aan de stadsmuur, een wachthuis' als verklaring voor 'mortier' meer voor de hand liggen. Zelf denk ik aan een farmaceutische relatie, door de gedane vondsten op deze plek. Daarbij staan de drie 'mortier huizen' aan de andere kant van de gracht en niet aan de oude stadsmuurzijde. Detail van de voorgevel met bovenlicht boven de voordeur en de lijstgevel. Zeeuws Erfgoed 2 1 maart 2017 01

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2017 | | pagina 21