150 jaar Kanaal
door Zuid-Beveland
In oktober van dit jaar bestaat het Kanaal door Zuid-Beveland 150 jaar. Op 11 oktober 1866 werd
dit kanaal, dat sindsdien de Oosterschelde met de Westerschelde verbindt, feestelijk geopend.
In dit jubileumjaar vinden (en vonden) er diverse festiviteiten plaats, zowel in Wemeldinge als
in Hansweert.
Het oude sluizencomplex bij Hansweert ligt er enigszins verloren in het landschap bij. Voor inwoners en bezoekers van Hansweert is het echter
een prettig wandelgebied.
Hoewel in de nabijgelegen dorpen de geschiedenis van het
kanaal grotendeels bekend en nog zo tastbaar aanwezig is,
zijn mensen in de rest van Zeeland hiervan nauwelijks op
de hoogte. De meeste Zeeuwen weten wel waar het Kanaal
door Zuid-Beveland ligt, maar ze beseffen niet dat het lang
een van de drukst bevaren kanalen van West-Europa was.
Een aantal lokale bewoners probeert sinds enkele jaren
deze lacune op te vullen door aan de hand van een aantal
interactieve projecten de rijke historie van het kanaal voor
het voetlicht te brengen.
Aanleg kanaal
Ook al was het een mijlpaal, de aanleg van het Kanaal door
Zuid-Beveland had ruim 150 jaar geleden nogal wat voeten
in de aarde. De werkzaamheden waren al in juli 1852
begonnen met het graven van een bouwput voor de sluis
in Hansweert. Al gauw stagneerde het werk echter, vooral
doordat de opdracht door de aannemer onderschat was
en de gelden uitgeput raakten. Pas in 1858 konden de
werkzaamheden weer grootschalig hervat worden.
Uiteindelijk werd het kanaal pas in oktober 1866, veertien
jaar na aanvang van het project, in gebruik genomen.
Toenemende bedrijvigheid
Het Kanaal door Zuid-Beveland legde de inwoners van
Hansweert en Wemeldinge geen windeieren. Direct vanaf
de openstelling van het kanaal in 1866 groeide het
scheepvaartverkeer aanzienlijk. Vooral de sluizen, die al
in 1872 werden uitgebreid met aanvullende reservesluizen,
vormden een centrum van bedrijvigheid: het kanaal en
de sluizen vergden veel onderhoud en de passerende
schippers hadden behoefte aan goederen en levens
middelen. Veel inwoners van beide dorpen speelden
handig in op deze behoefte: het aantal bakkers, slagers
en caféhouders nam in korte tijd een hoge vlucht, terwijl
hele families werkzaam waren in de toevoer van goederen
en levensmiddelen aan de passerende schippers
(het zogenaamde parlevinken). En zo groeiden Wemeldinge
en Hansweert uit van kleine agrarische gemeenschappen
tot rijke dorpen met een grote middenstand.
Neergang
Ruim een eeuw lang floreerde de plaatselijk economie,
totdat de aanleg van het Schelde-Rijnkanaal aan het begin
van de jaren zeventig van de twintigste eeuw roet in het
eten gooide. De kortste route tussen de havens van
Rotterdam en Antwerpen kwam nu in het gebied tussen
Bath en de Brabantse Wal te liggen. De meeste schepen
besloten de nieuwe, kortere route tussen de havens van
Rotterdam en Antwerpen te nemen. De middenstand en
veel parlevinkers verloren hierdoor hun broodwinning.
De genadeklap volgde met het verleggen van het Kanaal
door Zuid-Beveland in het begin van de jaren negentig van
de twintigste eeuw. In Wemeldinge hoefden de schippers
sindsdien niet meer te schutten, in Hansweert kwam het
nieuwe sluizencomplex geruime afstand van het dorp te
Zeeuws Erfgoed 1 6 september 2016 03