'Portret van een kerkvader'; een typisch Walcherse kop door Jan Toorop, 1904. Houtskool en krijt op handgeschept papier. jaren tachtig nog zo goed als ongerepte duingebied, het prachtige vlakke Zeeuwse land en ja, dat zo bijzondere, bijna transparante licht." In gunstige zin noemde Francisca Domburg wel 'het einde van de wereld'. Dat was voor een Slibboekje over - alweer - 'Zeeuws Licht': 'Als ik aan de voet van de Hoge Hil in Domburg sta, bij voorkeur 's ochtends vroeg of tegen de avond, en mij koester in de weldadigheid van dat licht dat nu eens de zee of een duin dan weer een eenzame meeuw in zijn schittering betrekt, dan voel ik mij vreemd gelukkig. Alsof ik heel dicht bij een groot geheim sta, dat treurig en mooi tegelijk is.' "En dan nog de Domburgers zelf," vult ze aan, "die stoere, sterke karakters met soms zo'n Spaans 'Armada'-uiterlijk en zo'n zangerige tongval. En de Zeeuwse, de 'Belse' paarden... en dat merkwaardige dorp dat in de loop der eeuwen zoveel verschillende gezichten had." Bepaalde mensen, deels uit het 'inheemse' artistieke en intellectuele milieu, vormden een Zeeuwse en Domburgse ingang voor Francisca van Vloten. Mies Elout-Drabbe bijvoorbeeld. In 2004 won Francisca de Zeeuwse Boekenprijs voor Moen, tussen Toorop en Mondriaan. De kunstenares Mies Elout-Drabbe 1875-1956. Andere inspirators: Frans Elout, de zoon van Mies; de bioloog Pico van der Feen, die een studiegenoot en vriend was van haar grootmoeder Octavie van den Bergh; de Zeeuwse publicist en documentatieman M.P. de Bruin; de neerlandicus Aarnout de Bruyne; kunstenares Sarika Góth en literatuurwetenschapper Mia Gerhardt. Breder perspectief Het koppelen van Domburg en het Zeeuwse licht aan andere kunstenaarskolonies in Europa duidt op internationale oriëntering. "Die komt onder meer voort uit het feit dat mijn moeder, weliswaar een Nederlandse, in Wenen werd geboren en opgroeide," verklaart Francisca. "Mijn grootmoeder woonde in Wenen en Salzburg en had een zomerhuis aan de Attersee, waar Gustav Klimt zijn zomers in Seewalchen doorbracht met zijn vriendin Emilie Flöge." De meeste zomervakanties in haar jeugd verbleef ze in haar grootmoeders zomerhuis in Steinbach am Attersee: "Dat was niet ver van het door Klimt vereeuwigde Schloss Kammer, waar mijn ooms en tantes naar concerten gingen; en dicht daarbij was het Stübchen van Gustav Mahler, waar hij zich zo vaak terugtrok om te werken. De omgeving van de Attersee is door Klimt vastgelegd in schilderijen waarmee ik van jongs af vertrouwd was. En de vele schatten van Wenen heb ik voor het eerst leren kennen dankzij een vriend van mijn moeder, die een kleinzoon was van de Weense architect Otto Wagner." Al vroeg geconfronteerd met 'kunstenaarsscenes' buiten Nederland, is haar belangstelling steeds naar alle mogelijke invalshoeken op dat gebied in binnen- en buitenland uitgegaan. "Dat maakte het zeker makkelijker voor mij om Domburg als kunstenaarskolonie in een breder perspectief te plaatsen." Toekomst Francisca van Vloten is nog lang niet klaar met haar werk. "Mijn eerste museumdroom voor Domburg was gebaseerd op Engelse ervaringen; zo keek ik naar Villa De Wael in Domburg als mogelijk museum in de stijl van de Engelse National Trust," zegt ze. "Maar voor de rijke schat van Domburg moest meer mogelijk zijn. Mijn tweede droom ging dus verder: naar het Nehalenniagebied onder de watertoren - over beide dromen schreef ik in de jaren tachtig in het Zeeuws Tijdschrift. En nu lijkt mijn tweede droom waarheid te kunnen worden. Ik zet mij volledig in voor de uitbreiding van ons museum, in de hoop dat wij een prachtig museum in het duingebied kunnen verwezenlijken met een tweede zaal, een depot en kantoor en een documentatie- en onderzoekscentrum op het gebied van kunstenaarskolonies in Europa. Door onze EuroArt- contacten" - Francisca is onder meer voorzitter van het Wetenschappelijk Adviescomité van EuroArt, de Vereniging van Kunstenaarskolonies in Europa - "hebben wij niet alleen internationale belangstelling voor ons streven, maar ook daadwerkelijke toezeggingen wat het documentatiecentrum betreft. Plannen genoeg dus." Nog iets anders? "Ja: mijn onderzoek naar kunstenares Carry van Biema toespitsen en in een biografie neerleggen. En als dat is gebeurd, dan wil ik heel graag ook weer 'voor mezelf' schrijven. Fictie dus. Af en toe schreef ik verhalen, gedichten en toneelstukken, zoals het in 1976 bekroonde Mono Stereo. Dat is helaas op de achtergrond geraakt. Als ik de tijd ervoor krijg zou ik bijvoorbeeld graag eens een Zeeuwse detective of thriller willen schrijven." Misschien wel over het Zeeuwse licht? Jan Kuipers Meer weten? www.franciscavanvloten.nl www.marietakvanpoortvlietmuseumdomburg.nl Zeeuws Erfgoed 6 juni 2016 02

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2016 | | pagina 6