Zomertentoonstelling van 1911 in het Domburgse kunstzaaltje. V.l.n.r.: 1. Betsy van den Hoorn, 2. onbekend, 3. Jan Toorop, 4. Ferdinand Hart Nibbrig, 5. Jan Heyse, 6. Annie Toorop-Hall, 7. Jacoba van Heemskerck (in deuropening), 8. daarachter Paul Elout, 9. Charley Toorop (tegen deurpost), 10. Marinus Zwart, 11. volgens een mondelinge overlevering Piet Mondriaan (verscholen), 12. Marie Tak van Poortvliet (met hoed), 13. burgemeestersvrouw mw. Van Voorthuijsen, 14. waarschijnlijk Lucie van Dam van Isselt, 15. onbekend, 16. onbekend, 17. Gerard Bergsma (met papier in hand), 18. Johan Drabbe, 19. onbekend. hebben, is het zeewater dat hen bijna omringt," vertelt ze. "Het speelt inderdaad een belangrijke rol bij de reflectie van het zonlicht, zoals een relatief hoog zoutgehalte van de lucht het licht bijna transparant kan maken, en de schittering ervan over vlak, open land duizelingwekkend kan zijn. Aan de Noord-Europese kust zijn dus verschillende plaatsen met eenzelfde werking van het licht. Maar het licht in Zeeland is tegelijkertijd uniek Zeeuws. Hét Zeeuwse licht is er niet zonder de eigenheid van het Zeeuwse land. En het is er ook niet zonder de schilders, fotografen, dichters, denkers, schrijvers, componisten, theatermakers enzovoort die zich erdoor lieten en laten inspireren." Domburg De kunstenaarskolonie Domburg ontstond rond 1900 en beleefde haar grootste bloei tijdens de befaamde 'Domburgsche Tentoonstellingen' in de periode 1911-1921. Piet Mondriaan en Jan Toorop zijn wel de bekendste kunstenaars die in Domburg en omgeving werkten. Beiden pionierden ze met het Nederlandse luminisme, waarin het - uiteraard - vooral over het licht ging. Andere bekende en met Domburg in deze periode verbonden namen zijn onder andere Mies Elout-Drabbe, Ferdinand Hart Nibbrig, Jacoba van Heemskerck en Charley Toorop. De Domburgse kolonie kwam symbolisch aan haar einde toen het houten paviljoen, 'de kunstzaal', als gevolg van zware stormen instortte in de winter van 1921/1922. Een replica van het gebouwtje huisvest sinds 1994 het Marie Tak van Poortvliet Museum Domburg. Het museum organiseert tweemaal per jaar exposities rond de deelnemers aan de oude tentoonstellingen, rond hedendaagse kunstenaars die een band hebben met Zeeland en rond andere 'kolonies' uit het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Francisca van Vloten, geboren in Leiden, verhuisde in 1983 naar Domburg met haar man Arnold van Houtum, na zijn benoeming tot gemeentesecretaris van Domburg. "Als kind was ik er een enkele keer op bezoek geweest, bij familie die er vaak kwam. De belangstelling voor het rijke cultuurverleden van Domburg ontstond vrijwel meteen na onze aankomst, toen ik rondsnuffelde in het gemeente archief dat op de zolder van het stadhuis lag te verstoffen en onder meer ontdekte dat Jan Toorop hier zo'n belangrijke rol had gespeeld. Buiten een artikeltje in de Haagse Post was er zo goed als nooit aandacht besteed aan die schat aan informatie." Het snuffelen zit haar in de genen, merkt Francisca op. "Mijn voorvader, de - afvallige - theoloog, literator en humanist Johannes van Vloten liep graag half Europa af op zijn 'geschiedkundige en andere zwerf- en snuffeltochten'. Johannes kwam ook vaak naar Zeeland. In 1857 werd hij lid van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en tussen 1866 en 1880 publiceerde hij een vijftal werken over de Vlissingse schrijfster Betje Wolff. In 1878 kwam hij in het Archief van het Genootschap met 'Uit Bellamy's nagelaten brieven en papieren'." Zeeuwse ingangen Er is voor Francisca ook een familiale link met de artistieke roering in Nederland van het eind van de negentiende eeuw. "Toorop was nauw bevriend met de Tachtigers, en 'de meisjes Van Vloten' (Johannes' dochters en mijn oud-oud-tantes) werden ook wel 'clubzusters van Tachtig' genoemd. Martha was de eerste vrouw van Frederik van Eeden, Betsy de eerste van Willem Witsen en Kitty was getrouwd met Albert Verwey. Van de Van Vloten-kant ging ik dus van jongs af met letterkunde en kunst om. Naast Toorop in Domburg was er het landschap; al direct raakte ik onder de bekoring van de zee bij Domburg, het in de Zeeuws Erfgoed 5 juni 2016 02

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2016 | | pagina 5