Zeeuws-Vlaanderen Resten van de oude dijk bij Perkpolder. Oude dijk bij Perkpolder Na een vondstmelding door de heer W. Lases verrichtte de SCEZ in samenwerking met de heer B. Chamuleau (AWN) op 10 februari en 15 maart archeologische waarnemingen van een oud dijkrestant bij Perkpolder. In het gebieds- ontwikkelingsplan Perkpolder is een deel van de Perkpolder als natuurcompensatie opgenomen. Hiervoor is een polderdeel aan de Westerschelde tot overstromingsgebied gemaakt. Het dijkrestant kwam tevoorschijn tijdens het doorgraven van de zeedijk (2015), waarbij een opening van ruim 300 meter is gemaakt. De nu zichtbare gebogen oude dijkresten bestaan uit een enorme hoeveelheid kleine houten paaltjes met een doorsnede van 3 tot 5 centimeter en veel liggend rijshout: mogelijk laatmiddeleeuws dijkherstelwerk. Van enkele paaltjes is een monster genomen voor een uit te voeren C(koolstof)14-datering. Restanten uithof Nieuw-Othene? Begin februari 2016 is begonnen met de aanleg van het wooneiland Mercatorschans in de nieuwbouwwijk Nieuw-Othene Zuid (Terneuzen). De heer R. Lensen uit Zaamslag vond hier laatmiddeleeuws aardewerk, dierlijk botmateriaal en baksteenpuin in een groot aantal afvalkuilen. Nadien verrichtte de SCEZ nog een waarneming. Mogelijk behoorden de resten en sporen tot een laatmiddeleeuwse uithof van de Cisterciënzerabdij Boudelo bij Sint-Niklaas in België. Een sluis in Sluis Op 30 maart onderzocht de SCEZ de Zuiddijk bij Sluis, nadat de heer J.-P. Schoutens uit Retranchement bakstenen en natuurstenen muurresten had gemeld. De vindplaats bevindt zich iets ten oosten van de Oostpoort. De resten waren zichtbaar nadat het talud op enkele plaatsen iets was ingestort. De zone met natuur stenen restanten was ongeveer 12 meter lang. De buiten kanten worden gevormd door twee bakstenen muurdelen van elk ongeveer 2 meter breed. In het midden bevindt zich een natuurstenen muurrestant. De rode bakstenen hadden afmetingen van 22 x 10 x 4 centimeter (lxbx d). Dit wijst op een datering in de nieuwe tijd, waarschijnlijk zeventiende eeuw. De steenblokken hadden een lengte van minimaal 90 en een hoogte van 30 centimeter. Gezien de ligging behoorden de resten vermoedelijk tot een sluis, die water doorliet in de grachten van de Sluise verdedigingswerken. In de zeventiende eeuw lag deze dijk nog aan het Zwin. Vondsten langs de Sint Bavodijk De heer J. de Zwart uit Nieuwvliet meldde een grote hoeveelheid aardewerkfragmenten en een versierde benen twee- of drietand uit de tiende-dertiende eeuw, alsmede een broche. Hij vond de voorwerpen in een akker langs de Sint Bavodijk in Nieuwvliet, nadat de akker was ingericht voor natuurontwikkeling. Van de twee- of drietand was nog één tandje aanwezig. De functie van dergelijke voorwerpen is niet helemaal duidelijk. Vermoedelijk was het een twijnbot; uit experimenten is gebleken dat ze geschikt waren voor het twijnen van garens om bijvoorbeeld visnetten te maken. In de directe omgeving verzamelde de heer De Zwart in 2014 en 2015 al veel vondstmateriaal. In 2014 kwamen ook de resten van een huisplaats uit de vijftiende eeuw aan het licht. Restant van een natuurstenen muur in het talud van de Zuiddijk bij Sluis. Twee- of drietand: Sint Bavodijk, Nieuwvliet. Bovenstuk van een Pingsdorf tuitpot: Sint Bavodijk, Nieuwvliet. Zeeuws Erfgoed 23 juni 2016 02

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2016 | | pagina 23