Uit Zeeuwse bodem Schouwen-Duiveland Zuid- en Noord-Beveland Andennekan uit Westenschouwen De heer W. de Vrieze uit Burgh-Haamstede meldde enkele voorwerpen, gevonden bij rioleringswerkzaamheden langs de Steenweg bij Westenschouwen. Het meeste materiaal dateerde van na 1500 (nieuwe tijd). Eén object bleek ouder. Dit was het bovenste deel van een kan uit de elfde-dertien- de eeuw, uit productiecentrum Andenne in België. Bovenstuk van een Andennekan uit Westenschouwen Menselijke onderkaak van de Kaloot bij Borssele. Een Merovinger uit Borssele De heer F. van Nieulande uit Nieuw- en Sint Joosland meldde een fragment van een menselijke onderkaak, twintig jaar geleden gevonden op het strand 'De Kaloot' bij Borssele. Aangezien hier al eerder vuurstenen voorwerpen uit de steentijd waren aangetroffen, kon deze onderkaak wel eens prehistorisch zijn. De heer M. Niekus van de Rijksuniversiteit Groningen bood aan de kaak te laten dateren. Dit onderzoek (door het Centrum voor Isotopen onderzoek van de RU Groningen) leerde dat de persoon tussen 650 en 690 na Christus is overleden. Dus geen prehistorische mens, maar iemand uit de Merovingische tijd. Desondanks interessant, aangezien ook menselijke resten uit de vroege middeleeuwen in Zeeland zeldzaam zijn, afgezien van enkele begraafplaatsen op het strand bij Oostkapelle (zie 'Vikinginvloed' op pagina 19). Nehalennia-altaren in het ZAD In december 2015 is een grote collectie bodemvondsten van het Historisch Museum De Bevelanden te Goes overgedragen aan het Zeeuws Archeologisch Depot. Hieronder ook een zevental Romeinse altaren of fragmenten ervan, afkomstig van de Nehalennia-vindplaats bij Colijnsplaat (de handelsplaats Ganuenta, Romeinse tijd). De vindplaats ligt al eeuwen in het water en is bekend sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw. De meeste 'vangsten' bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. De nu overgedragen exemplaren zijn in de jaren tachtig opgevist door de Thoolse visser Minneboo. Het grootste exemplaar meet 73 x 46 x 25 centimeter en heeft aan beide zijden een bloemmotief. De tekst DEAE NEHALENNIAE is nog gedeeltelijk leesbaar. Het afgebeelde steentje (32 x 17 x 10 centimeter) is uit kalksteen vervaardigd. Het merendeel van de altaren is eveneens van kalksteen, één exemplaar van tefriet. Altaarsteen uit Ganuenta, overgedragen aan het ZAD. Zeeuws Erfgoed 2 1 juni

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2016 | | pagina 21