Archeologisch nieuws Opname met de rasterelektronenmicroscoop van weefsel van een laat- neolithisch speenkruidknolletje uit de Autrichepolder. Verkoolde speenkruidknolletjes uit een laat-neolithische haardkuil in de Autrichepolder, Westdorpe (foto's BIAX Consult, Zaandam). Verrassend voedsel uit Westdorpe Evaluatie Provinciale Onderzoeksagenda Archeologie 2009-2015 Met hulp van de POAZ is voor de eerste maal in Zeeland kennis verworven over het verzamelen en gebruik van plantaardig voedsel in het laat-neolithicum, en nog bijzonder zeldzaam voedsel ook. Een archeologische begeleiding in de Autrichepolder bij Westdorpe in opdracht van Zeeland Seaports bracht naast middeleeuwse sporen (onder meer twee begraven paarden) ook tien prehistorische haardkuilen aan het licht. Ze dateren van tussen 3400 en 2000 voor Christus, een periode waarin men al landbouw bedreef. Vijf kuilen hadden een inhoud van verkoolde botanische resten, waaronder 57 complete knolletjes van speenkruid. Ongeveer 40 onherkenbare resten van plantenweefsel (parenchym) bleken door onderzoek met een rasterelektronenmicroscoop ook van die soort. Die grote hoeveelheid geeft aan dat de zetmeel- rijke knolletjes in het wild verzameld en in de kuilen bereid zijn als voedsel. Ook werd verkoold vruchtvlees van bessen en wilde appel gevonden. De verzamelde knollen en vruchten zijn op waarschijnlijk grotere afstand van een nederzetting bereid. Voor de POAZ-evaluatie zijn afgelopen jaar 214 rapporten uit 2008 tot 2015 bestudeerd, van inventariserend veldonderzoek met proefsleuven, archeologische begeleidingen en opgravingen. In 60 procent van de onderzoeken bleken een of meer van de tien POAZ- kernthema's benut, een goed resultaat. Uit de POAZ- budgetten is aan 21 projecten (10 procent) een bijdrage verstrekt. De grootste ging naar de uitwerking van de oude opgravingen van Romeins Aardenburg, terwijl ook DNA-onderzoek van skeletten uit Vlissingen een flinke subsidie kreeg. De meeste onderzoeken kregen kleinere bedragen, maar juist die waren voor deze onderzoeken vaak van grote betekenis. Vikinginvloed in Zeeuwse vondsten Dinsdag 22 februari brachten de Vlaamse postdoctorale onderzoeker Pieterjan Deckers (Vakgroep Kunstweten schappen en Archeologie, Vrije Universiteit Brussel) en de Deen Torben Trier Christiansen (Museumsinspektxr gemeente Ylborg), een bezoek aan het Zeeuws Archeologisch Depot (ZAD) om 'Vikinginvloed' op middeleeuwse voorwerpen van het strand van Domburg- Oostkapelle te bestuderen. De voornamelijk bronzen en zilveren voorwerpjes zoals mantelspelden, haarnaalden en toiletgerei zijn vooral in de negentiende en twintigste eeuw verzameld en belandden in de collectie van het Zeeuws Genootschap. Ze komen uit enkele grafvelden, die op het strand benoorden Oostkapelle af en toe bloot spoelden. Ook van de bijbehorende middeleeuwse nederzetting waren soms resten zichtbaar. Oorspronkelijk lag de nederzetting binnen de duingordel, nu verder weg in zee. Depotbeheerder Henk Hendrikse toonde ook enkele vondsten uit de opgraving binnen de ringwalburg van Domburg (2010). Ringwalburgen werden eind negende eeuw opgericht ter bescherming tegen de Vikingen. De Genootschapscollectie bleek een dierenfibula te Pieterjan Deckers, Torben Trier Christiansen en Aagje Feldbrugge (Zeeuws Genootschap) op het spoor van de Vikingen in het ZAD. Inzet: een stukje 'hakzilver' uit de collectie van het Zeeuws Genootschap (foto's Gemma van der Hoogte). bevatten die mogelijk een missing link is, een overgangs vorm tussen twee bekende vormen. Ook over het betaalmiddel van de Vikingen - zij sloegen geen munten, maar hakten stukjes van een staafje zilver af - is een belangrijke ontdekking gedaan. De massa van dit 'hakzilver' is inmiddels bepaald. Zeeuws Erfgoed 19 juni 2016 02

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2016 | | pagina 19