De Wete
Heem- en
oudheidkundige biaden
Wij van Zeeland, van de Nederlandse
genealogische Vereniging afdeling
Zeeland (2015, 4), begint met de
beschrijving van de nagelaten boedel van
de notaris van Nieuwerkerk in het eerste
kwart van de achttiende eeuw, Hendrik
Smith. Daarna wordt verteld over de
huizen van de familie Vader in
Wissenkerke in de negentiende eeuw en
hun bewoners (auteurs P.C. Voorst Vader
en A.M. Kramer). In de rubriek
'Voorouders komen tot leven' gaat het
over de afstamming van Pieter Janse
Finson, die door een gelukkig toeval kon
worden ontrafeld. In een volgend artikel
komen de bewoners van de hofstede
Botjeszee bij Veere voor het voetlicht.
Nehalennia, Archeologie, cultuurhistorie,
streektaal en volkscultuur van Zeeland en
Goeree-Overflakkee (winter 2015) opent
met een stuk over de parlevinkers die
hun brood verdienden op het Kanaal door
Zuid-Beveland, dat in 2016 150 jaar
bestaat. De geschiedenis van die
parlevinkers wordt door een lokaal project
in kaart gebracht en is te volgen op
www.parlevinkers.info. K. Beaart beschrijft
leven en werk van Johannes Goedaert
(1617-1668), de ontdekker van de
metamorfose. Hij was de grondlegger van
de entomologie en legde zijn onderzoeken
vast in de driedelige serie Metamorphosis
Naturalis, waarvan het eerste deel in 1660
verscheen. In een artikel van J. Simons
staat het buitenverblijf het Huys ten
Duyne centraal, rond 1650 door de broers
Jacob en Johan Resen gebouwd. Het huis
was in de loop van de tijd in handen van
verschillende families, tot het vanaf 1849
in verval begon te raken. In 1916 kwam er
definitief een einde aan de status van
buitenplaats en bleef alleen het
bijbehorende boerenbedrijf gehandhaafd,
onder leiding van de familie Maljaars.
Verder is het tijdschrift gevuld met de
gebruikelijke rubrieken.
Het eerste artikel in de Kroniek 2015 van
het Land van de Zeemeermin van de
Vereniging Stad en Lande van Schouwen-
Duiveland is van H. Uil: 'de roeckelooste
van 't gansche eylant' en handelt over de
predikant Willem Teellinck, in zijn eerste
gemeente Haamstede en Burgh, 1606-1613.
Teellinck maakte zich sterk voor het
handhaven van de zondagsrust en
veroordeelde volksspelen als het trekken
van koppen van ganzen, het lopen met
zotskappen en de toneelspelen van de
rederijkerskamers. Hij wenste een
algemeen verbod op toneelspelen,
loterijen en dobbelen. De laatste jaren
van het kartelschip Vrouwe Geertruida zijn
gereconstrueerd door H. Landheer. De
laatste reis begon 9 december 1796 en
eindigde april 1797 op een zandbank voor
de Zeeuwse kust. Het schip werd naar
Hellevoetsluis versleept, waarna in 1802
het spoor doodliep. O.W. Hoogerhuis
vertelt over de diensttijd van een militair
te velde tijdens de Eerste Wereldoorlog en
A. Flikweert bespreekt de vertegen
woordigers van Schouwen-Duiveland in
de Staten van Zeeland in de afgelopen
twee eeuwen. Er zijn ook artikelen over
de 'Insulaire Hypotheekbank, 1905-1943'
(J.G. Steenhof de Jong) en over de
'avondmaalsbekers van Bommenee'
(J.P. Verseput). A.H. Stolk en H. Uil
schrijven '215 jaar vrijmetselarij in
Zierikzee'. De vrijmetselaarsloge
'De Ster in 't Oosten' is een van de oudste
verenigingen van Schouwen-Duiveland.
Vrijmetselaars streven naar een broeder
schap der mensen; hen wordt geleerd
zichzelf symbolisch te zien als een ruwe
steen die moet worden bewerkt om
ingepast te worden bij de bouw van de
zinnebeeldige tempel der mensheid.
Veel gezindten vonden de weg naar loge
De Ster in 't Oosten: humanisten,
aanhangers van verschillende godsdien
sten, hoog- en minder hoogopgeleiden.
In Stad en Lande van dezelfde vereniging
(oktober 2015) maar liefst twee verhalen
uit Nieuwerkerk: A. Flikweert schrijft
'Het Kolenfonds te Nieuwerkerk - een
bijzondere uitwerking van de coöperatieve
gedachte' en W. Kesteloo vraagt zich af
of Nieuwerkerk ooit een echt kasteeltje
heeft gehad. Ondanks veel gegevens en
vondsten is het pleit nog niet beslist.
R. van Langeraad KAzn haalt
herinneringen op aan het Zierikzees
Lyceum uit de jaren vijftig van de vorige
eeuw en B. Blikman vertelt over de
menslievende bedrijven van
Jan van Meerendonk, die zelf wel erg
te spreken was over zijn eigen daden.
J. Padmos transcribeerde een brief uit
1785 van Jacobus de Fouw, die veel nieuws
uit Haamstede bevat en dus een mooie
bron is voor degenen met belangstelling
voor het dorp. Van M. Verweij een nieuw
stuk over de studenten uit Schouwen-
Duiveland die in Leuven gingen studeren.
Het jaarboek 2015 van de Heemkunde
kring Stad en Lande van Tholen heeft
als titel Droogleggers en Rederijkers.
P. Lindhoud beschrijft leven en werk van
de in Sint Maartensdijk geboren water
bouwkundige Cornelius Vermuyden
(1590-1677). Vermuyden kreeg zijn
eerste opdrachten in Engeland van koning
Jacobus I: het bedijken en ontwateren van
de koninklijke tuinen bij Windsor Castle,
het droogleggen van veengebieden bij
de rivier de Nen en als grotere uitdaging
de drooglegging van Hatfield Chase.
Vooral die laatste opdracht was een
zwaar karwei. Het werk duurde lang door
technische fouten en financiële moeilijk
heden. De meningen over Vermuyden
zijn nogal tegengesteld; men vond hem
een groot waterbouwkundige maar een
slechte ondernemer. Namen van
instellingen in Engeland herinneren nog
aan hem, in Tholen is weinig dat nog aan
de naam Vermuyden herinnert.
K. de Koning duikt in de geschiedenis
van de rederijkerskamers op het eiland.
De meeste kamers ontstonden in de
zestiende eeuw, de leden luisterden
belangrijke evenementen op en spuiden
hun kritiek op religieuze en politieke
zaken. Een late rederijkerskamer heet
De Eendracht, is in 1870 in Oud-Vossemeer
opgericht en bestaat nog steeds, nu als
toneelvereniging. Als laatste in dit jaar
boek een artikel van K. Fase over het
'vergeten' bombardement op Rotterdam
op 31 maart 1943. Fase kreeg zijn
gegevens van Wim Overbeeke uit
Sint-Annaland, die als kind dit bombarde
ment meemaakte.
n Ipjr ïif- Inig VilEUIIP
1-1 lil flh-B 1-1 II'
n b nnn .llMh' -I L wiHXim I
Ik-sf -li *-b t-
bi G.I i i fclir V*sj|J.vE|a I A3
-J-" i:ai;iiF tw*a b. nr.H
In De Wete (2015, 4) laat J. Zwemer zien
dat de gezondheid in Vrouwenpolder in
het tweede kwart van de negentiende
eeuw niet veel afweek van die in de
andere delen van het land. De effecten
van de aardappelcrisis - die een niet
onbelangrijke rol speelden wat betreft
onze gezondheid - komen in
Vrouwenpolder overeen met die in de rest
van het land. Uit zijn onderzoek blijkt dat
de gezondheid van mensen in de regio's
die minder marktgericht produceerden
minder achteruitging dan die van
gebieden die zich op de markt
oriënteerden. H. Barentsen vertelt hoe
de ambachtsheer Bartholomeüs
Andrieszoon van Biggekerke, die in 1421
als burgemeester van Middelburg bekend
was, in 1433 aan zijn eind kwam.
A. de Klerk laat aan de hand van een
gedetailleerde hoogtekaart van Walcheren
zien hoe hoog en laag zich verhielden op
het eiland en hoe de Walcherse boeren
de landbouwkundige mogelijkheden en
beperkingen zoveel mogelijk benutten.
Door de herverkaveling en sinds 1982
een ruilverkaveling zijn veel vroegere
hoogteverschillen vervaagd. J. Simons
laat de sporen zien van het Nederlandse
koloniale verleden op Sri Lanka en
F. Rutgers van der Loeff-Mielziner
probeert de Westkappelaars te
doorgronden.
De Wete (2016,1) heeft een uitgebreid
artikel van J. Braat over de Winterhulp in
de Tweede Wereldoorlog. De Stichting
Winterhulp Nederland is in 1940 in het
leven geroepen door dr. Seyss-Inguart
Zeeuws Erfgoed 29 maart 2016 01