Zeeuwse AmateurArcheologen Dag Uit Zeeuwse bodem Zeeuws-Vlaanderen De SCEZ organiseert dit jaar op zaterdag 15 maart voor de vijftiende maal de Zeeuwse AmateurArcheologen Dag of ZAAD, dé contactdag voor Zeeuwse amateurarcheologen. De viering van dit derde lustrum vindt plaats met extra ondersteuning van de Provincie Zeeland, die onderdak biedt in de Abdij te Middelburg, in de Oude Dormter (voormalige Filmzaal). Het programma van deze ZAAD bestaat uit vier lezingen door professionele archeologen over onderwerpen waar amateurarcheologen een bijdrage aan hebben geleverd of in de toekomst nog kunnen leveren, en twee lezingen door amateurarcheologen zelf. De precieze invulling was bij de afsluiting van de kopij voor deze Zeeuws Erfgoed nog niet bekend. In twee lezingen wordt aangeknoopt bij het project Zeeuwse Ankers (www.zeeuwseankers.nl). Het onderwerp uit de Zeeuwse Canon van die week, de Zeeuwse ringwalburgen, zal op 11 maart, in de wekelijkse Canonuitzending op dinsdagavond, op Omroep Zeeland te zien zijn. Daarnaast worden ook andere activiteiten rondom dat onderwerp georganiseerd. Eind januari zijn de uitnodigingen voor de ZAAD verzonden. Vuurboet(en) uit Saeftinghe De SCEZ voerde op 6 januari in samenwerking met vier gidsen een archeologisch onderzoek uit op de slikken in het Verdronken Land van Saeftinghe. Daar is een bloot- gespoelde cirkelvormige bakstenen structuur gedocumenteerd, na eerdere vondstmeldingen door de heren R. Bleijenberg en M. Buise uit december 2011. De structuur is in zijn geheel gedocumenteerd voordat deze zou wegspoelen. Daarbij is de cirkel met schop en troffel blootgelegd en schoongemaakt, getekend en gefoto grafeerd. Onder de structuur is een grondboring verricht om de opbouw van de bodem ter plekke te onderzoeken. De ronde bakstenen structuur bleek een gei'soleerd spoor te zijn met een klein restant van een opbouw en een vloertje. De structuur had een diameter van 3,45 meter en bestond aan de westelijke zijde uit nog vier steenlagen met versnijdingen van 2,5 centimeter breed. Op het onderste niveau bedroeg de diameter 3,60 meter. Aan de oostelijke zijde was er op een plek nog slechts één steenlaag overgebleven, dus het onderzoek heeft nog juist op tijd plaatsgevonden. Uit metingen bleek dat het maaiveld van het slik ter plaatse in iets meer dan een jaar tijd met 14 centimeter door wegspoeling is verlaagd. Mogelijk gaat het om een vuurboet of vuurtoren ten behoeve van de scheepvaart in voorgaande eeuwen. Brandsporen zijn bij de ronde structuur echter niet waargenomen. Wel is er in 2012 een plak pek gevonden. De bakstenen zijn laatmiddeleeuwse moppen, maar het kan zijn dat het hier om hergebruikt materiaal gaat, daar het voornamelijk fragmenten zijn. Een complete baksteen had afmetingen van 29 x 14 x 6,5 centimeter, wat wijst op een datering in de veertiende eeuw; de structuur is zoals gezegd misschien jonger. Tussen het puin dat zich op en naast de overgebleven structuur bevond lagen enkele, voornamelijk grijze aardewerkscherven uit de late middeleeuwen. Daar de breukvlakken nogal waren afgerond kunnen ze verspoeld zijn en hoeven ze niet per se aan de structuur te worden toegeschreven. In het profiel van de boring onder de vloer was tot 1 meter diep Fundament van mogelijk een vuurboet of -toren in Saeftinghe, blootgespoeld in 2011. een grijze zandige klei met hier en daar humeuze vegen zichtbaar. Of er sprake is van een plaggenstructuur waarop de vuurboet is aangelegd, kon met deze boring niet duidelijk worden aangetoond. Wel zag de bodem er verrommeld uit. 'Lantaren van Saeftingen' op de Hattingakaart uit 1745 (rechtsboven). Zeeuws Erfgoed maart 2014 01

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2014 | | pagina 6