Zeven Heren en Vrouwen gered
Over de conservering van de Veerse stadhuisbeelden
Restaurator
Jacques Vereecke
werkt in UV-licht
(foto Arie den Dikken).
In Museum De Schotse Huizen is een unieke beelden
serie te bewonderen: de zeven Heren en Vrouwen van
Veere, zestiende-eeuwse stadhuisbeelden gemaakt van
kwetsbare Avendersteen. Vier eeuwen lang trotseerden
ze weer en wind, tot ze in 1950 een veilig onderkomen
kregen in het museum. Helaas ging het aftakelings
proces van de beelden door. Daarom is een reddings
operatie ondernomen, die vastgelegd is in een boek.
Familiegroep
Veere is de enige plek in de Lage Landen met een
complete serie originele stadhuisbeelden. Brugge, Gouda,
Den Bosch, Haarlem: alle oorspronkelijke beelden zijn
verloren gegaan. De Veerse stadhuisbeelden zijn de oudste
en de best bewaarde, de complete familie is nog bij elkaar.
En dan gaat het ook daadwerkelijk om een familiegroep:
de hoge edelen van de geslachten Van Borsele en
Van Bourgondië-Beveren, waarvan twee van de zeven
hun eigen beeltenis nog hebben gezien. Ze zijn gemaakt
in 1517-1520 door de Mechelse beeldhouwer Michiel
Ywijnsz. In de beginperiode waren de zeven bontgekleurd
en verguld. Resten van deze polychromie zijn nog steeds
te zien.
De sculpturen zijn beschoten tijdens de Beeldenstorm,
geteisterd door de elementen en aan hun lot overgelaten
in een langzaam afbrokkelende stad. Aan het Veerse
stadhuis hangt sinds 1936 een nieuwe beeldenserie,
de oude beelden kregen een plek in de ontvangstzaal van
Museum De Schotse Huizen. De toestand van de zeven
kwam aan het licht toen de Rijksgebouwendienst de vloer
van de zaal wilde renoveren. Na onderzoek van de
Hogeschool van Antwerpen bleken de beelden in
alarmerende conditie. Dit leidde tot de oprichting van
de Stichting Behoud Veerse Stadhuisbeelden, die dankzij
gepassioneerde fondsenwerving een conserverings
behandeling kon bekostigen.
Een overzicht van de beeldenzaal in De Schotse Huizen
(foto Simone den Dikken).
Consolidatie
Van augustus tot en met november 2012 zijn de beelden
onderzocht en behandeld door medewerkers van het
Brusselse restauratieatelier van Jacques Vereecke. Na
een uitgebreid onderzoek is gekozen voor consolidatie
('verharden'). Een conserveringsbehandeling die het
verkruimelen van de steen stopzet en aftakeling een
halt toeroept. Daarnaast zijn de beelden grondig schoon
gemaakt. De consolidering is omkeerbaar, met gebruik
van producten die stabiel blijven bij veroudering en zo
nodig ook verwijderd kunnen worden. Gips en ijzeren
stangen, de vroegere herstelmaterialen, waren dat helaas
niet. Met roest en vervormingen tot gevolg. Er is niet
gekozen voor restauratie omdat de beelden zelf een
hele geschiedenis van herstelwerkzaamheden hebben
meegemaakt: restauratie betekent uitwissen van deze
sporen en herstellen naar een 'oorspronkelijke' staat
waar weinig harde feiten over bestaan.
De hersteloperatie behelsde onder meer injecties met
mortels, proefmonsters, UV-onderzoek en werk met
piepkleine kwastjes en stofzuigers. Soms in het holst
van de nacht, in mysterieus blauw licht, als een soort
CSI voor erfgoed. Er waren ook veel raadsels: uit hoeveel
oppervlakken (steen, olie, verf, reparaties) bestaan de
beelden? Waarom verpoedert het oppervlak? Zitten er
nog schadelijke zouten binnenin? Wat betekent de barst
die dwars door de ogen van Wolfert VI loopt?
De behandelingen werden in situ uitgevoerd, het publiek
kon alles meemaken. De operatie is vorig jaar succesvol
afgerond, met de waarschuwing dat de beelden nooit
meer van hun plek mogen komen. Dankzij deze
reddingsactie kunnen we nog steeds oog in oog staan
met de unieke, bijna vijfhonderd jaar oude stadhuis-
beelden van Veere.
Zeeuws Erfgoed 4 juni 2013/02 CULTUURHISTORIE