Zffuws-Vlaandfrfn
Philippine
In de vestingstad Philippine is in oktober een bodemsanering uitgevoerd
en zijn de resten van de Stenen Beer voor een deel ontgraven.
De werkzaamheden aan dit achttiende-eeuwse waterstaatkundige
vestingwerk zijn archeologisch begeleid. De Stenen Beer wordt
gerestaureerd en toegankelijk gemaakt voor het publiek.
Een deel van de Linie van
Communicatie tussen Hulst
en Sas van Gent: de forten
Ferdinandus, Miseri,
Sint-Anna en Nassau.
Passageuleli nie
De SCEZ adviseerde de Provincie Zeeland ook bij de opdrachtverstrekking
voor onderzoek op twee locaties in de Passageulelinie bij IJzendijke.
De firma MUG ingenieursbureau uit Leek voerde een bureauonderzoek
uit voor Batterij De Keijzer en de redoute Schaapstelle. Voor de resten
van de batterij komen meerdere locaties in aanmerking. De redoute
Schaapstelle wordt op één kaart (Hattinga 1746) aan de buitenzijde van
de dijk afgebeeld, op twee andere aan de binnenzijde (Wiltschut 1738
en Hattinga 1750). Op de buitendijkse locatie is een geofysisch onderzoek
uitgevoerd door de firma Medusa Explorations uit Groningen.
Abdsdale
In de historische vestingatlas van Zeeland is ter hoogte van een nieuwe
rotonde bij Absdale het voormalige fort Sint-Anna gepositioneerd. Op
deze locatie vinden in de toekomst graafwerkzaamheden plaats voor de
N290. Een nauwkeurige projectie van een kaart van Visscher-Roman uit
1655 op de huidige topografische ondergrond, uitgevoerd door de firma
Histomaps uit Hansweert, toont echter dat resten van dit fort langs de
Plattendijk moet worden gezocht. Op die locatie zijn op het Actuele
Hoogtebestand Nederland opvallende terreinverhogingen zichtbaar.
Het fort Miseri kan op basis van de nieuwe projectie in het gehucht
Absdale gezocht worden, ten zuiden van de provinciale weg.
Een (tweede) vuurboet in Saeftinghe?
Op 12 januari 2012 verrichtte de SCEZ archeologische waarnemingen
en boringen op de slikken in het Verdronken Land van Saeftinghe.
Aanleiding hiertoe waren vondstmeldingen door de heren R. Bleijenberg
en M. Buise van een cirkelvormige bakstenen structuur, die na erosie van
het slib in december vorig jaar is blootgespoeld. De structuur, die was
gefundeerd op een kleiige ondergrond, bleek een geïsoleerd spoor te zijn
met in de omgeving regelmatig aardewerkscherven uit voornamelijk de
late middeleeuwen en botmateriaal van onder meer rund en varken.
De blootgespoelde structuur bestaat uit nog minimaal vier steenrijen
met versnijdingen naar buiten en is ongeveer 3,5 meter in diameter.
De bakstenen zijn laatmiddeleeuwse kloostermoppen met een lengte
van tussen de 25 en 30 centimeter. Mogelijk gaat het hier om hergebruikt
materiaal; er zijn veel fragmenten bij. Volgens de vondstmelders kan de
aangetroffen structuur wellicht een zogenaamde vuurboet zijn geweest,
waarop een vuur werd gestookt. Deze vuurboeten dienden als kustvuur
of baken voor de scheepvaart. In de directe omgeving is er in december
2009 na erosie van het schor en het slik ook al een ontdekt.
Een prehistorische tranchetbijl uit Othene
In het najaar van 2011 meldde de heer Richard Lensen uit Zaamslag
de vondst van een stuk vuursteen bij de SCEZ. Het voorwerp had hij
in mei gevonden langs een van de nieuw gegraven waterpartijen in de
Koninginnepage, een nieuwe straat in de nieuwbouwwijk Othene-Zuid
te Terneuzen. Aanvankelijk leek het een natuurlijk stuk vuursteen te zijn,
maar bij nadere bestudering en determinatie door vuursteenspecialisten
van de Universiteit Leiden bleek het te gaan om een prehistorische bijl en
wel een kernbijl uit de midden-steentijd (mesolithicum, circa 8800-5000
voor Christus). Het brok vuursteen was eerst ruw voorbewerkt tot een
kernsteen en vervolgens is er op dusdanige manier een stuk afgeslagen
(met een zogenaamde tranchetslag) dat er een snededeel ontstond.
Op deze manier kon het stuk als bijl worden gebruikt. Het is de
eerste keer dat een dergelijke bijl in Zeeland is gevonden.
Er zijn op de pleistocene dekzandgronden op meerdere plaatsen in
Zeeuws-Vlaanderen diverse vuurstenen voorwerpjes uit dezelfde tijd
aangetroffen - bijvoorbeeld te Aardenburg, Sint-Kruis, Nieuw-Namen,
Axel en het Verdronken Land van Saeftinghe - maar dat zijn in de meeste
gevallen kleine pijlpunten, mesjes en schrabbertjes, die in kampementen
van rondtrekkende jagers en verzamelaars in gebruik zijn geweest.
Vermoedelijk is met het graven van de waterpartij te Othene-Zuid de top
van het dekzand, die zich op ongeveer drie meter beneden het maaiveld
bevindt, aangesneden en is de bijl mee omhoog gekomen.
Rondom de in 2009 ontdekte vuurboet liggen momenteel veel verspoelde
baksteenresten in driehoekvorm. De daar aangetroffen bakstenen zien er
jonger uit dan die van de pas ontdekte vuurboet. De afstand tussen de
twee vindplaatsen bedraagt naar schatting honderd meter.
Zeeuws Er%oed 5 maart 2012/01
De blootgekomen bakstenen structuur te Saeftinghe, mogelijk behorend
tot een vuurboet (foto Marc Buise resp. Clem Reel).
Archeologie
De mesolitische tranchetbijl uit Othene.
Het voorwerp is 8,0 centimeter lang, 4,7 centimeter breed en heeft een
doorsnede van 3,0 centimeter. Het bestaat uit grijze vuursteen en heeft
aan een zijkant nog een restant van de buitenkant of korst (cortex) van
de oorspronkelijke vuursteenknol. Of het een geïsoleerde vondst betreft
of dat deze afkomstig is uit een kampement is nog niet bekend. Wat
de prehistorische mens ermee heeft gedaan is evenmin duidelijk, maar
te denken valt aan het afhakken van boomtakken. Al eerder zijn tijdens
booronderzoek in het kader van de aanleg van de rondweg Zaamslag
houtskoolfragmenten aangetroffen, afkomstig uit de top van het
pleistocene dekzand. Houtskoolfragmenten kunnen wijzen op stook
plaatsen in prehistorische kampementen. De bijl wordt momenteel
tentoongesteld in het Schelpenmuseum te Zaamslag in een kleine
expositie die gewijd is aan de prehistorie van de regio Terneuzen.