[MONUMEn ronde
Vereniging De Zeeuwse Molen
"Zolang de winden waaien
zullen de Zeeuwse molens draaien"
Vrijwillige
Mfilonadrï
Ut
Jaarlijks worden twee vergaderingen belegd voor de leden. Dit gebeurt
samen met het Gilde van Vrijwillige Molenaars. Zij die zich willen
aansluiten bij de vereniging De Zeeuwse Molen kunnen lid worden
voor 15 euro per jaar. Voor adresgegevens zie
www.zeeuwsemolens.nl. Aspirant leden van
het Gilde van Vrijwillige Molenaars
kunnen zich eveneens via deze site
aanmelden.
Hi«t üilU-_
In januari 1975 is de vereniging De Zeeuwse Molen opgericht, dus
een goede 36 jaar geleden. De initiatiefnemers, onder leiding van de
toenmalige burgemeester van Goes, de heer mr. F.G.A. Huber, wilden
bewerkstelligen dat de molens in Zeeland meer in de belangstelling
zouden komen.
Tot op de dag van vandaag ziet de vereniging dat als haar belangrijkste
taakstelling, maar er is meer. Naast algemene bekendheid is er de zorg
voor eigenaren om de objecten in redelijke en liefst goede staat te houden.
Voor velen een forse inspanning. We noemen in dit verband het
verzekeren tegen brand- en stormschade. Zeker ook wanneer men
de molen tegen herbouw wenst te verzekeren is het al met al
een enorme kostenpost. Uiteraard is dit afhankelijk van de
grootte van de molen, zo zijn er molens bekend die tegen
de 3.000 euro op jaarbasis aan premie kosten. Daarnaast is
er ook de zorg van het voorkomen en verhelpen van
gebreken. Voor veel particuliere eigenaren een niet geringe
opgave! Neem daarnaast het gegeven dat een molen
gemiddeld 10.000 euro op jaarbasis kost aan instand
houding. En dan te bedenken dat het op een enkele
uitzondering na gaat om economisch volstrekt onrendabele
objecten.
maal per jaar verschijnt. Daarnaast is er een heus 'molenmuseum' ingericht
in molen De Noorman te Westkapelle en is er uiteraard een 'papieren'
archief, dat op verzoek raadpleegbaar is.
De Zeeuwse Molen, die overigens nauw samenwerkt met de afdeling
Zeeland van het Gilde van Vrijwillige Molenaars, adviseert desgewenst
eigenaren waar het technische aangelegenheden betreft, maar ook op
het vlak van verzekeringen.
Het is van groot belang de molens ook letterlijk te beschouwen als
monumenten van bedrijf en techniek. De rol van de actieve vrijwillige
molenaar kan daarbij niet voldoende geroemd worden. Immers, het is de
vrijwilliger die de molen regelmatig laat draaien, kleine gebreken opmerkt
en die waar mogelijk verhelpt en natuurlijk ook gestalte geeft aan de rol
van gastheer. In Zeeland is nog niet voor elke molen een gediplomeerd
vrijwillig molenaar beschikbaar. In de praktijk zouden in veel gevallen
twee vrijwilligers verantwoordelijk voor één molen kunnen zijn, zeker als
de mogelijkheid bestaat dat men op verschillende dagen tijd kan en wil
vrijmaken voor de molen. Dus ook hier de oproep: indien het u wat lijkt
om zelf een molen te kunnen en mogen bedienen: neem contact op met
het Gilde en loop een keer mee op een molen en proef en smaak dit
aloude ambacht!
Een bijzonder onderwerp is de 'molenbiotoop', dat wil zeggen de
omgeving van een molen die van directe invloed is voor de windvang,
de zichtbaarheid en de beleving van de molen in het landschap. Er zijn
een aantal richtlijnen opgesteld door de vereniging De Hollandsche
Molen, aan de hand hiervan kan bepaald worden in welke mate een
bepaalde belemmering van negatieve invloed is op de molen.
Toch blijft het maatwerk om de molenomgeving zodanig in te richten
dat het molenbelang overeind blijft. Vaak wordt een molenomgeving,
ook wel molenbeschermingszone genoemd, ervaren als een belemmering
bij uitbreidings- of nieuwbouwplannen. Dit terwijl juist een molen
vanwege zijn verschijningsvorm kansen biedt om te benutten en
daarbij een extra dimensie vormt voor een aantrekkelijke woon- en
werkomgeving. De vereniging adviseert op dit punt gemeenten bij
het opstellen van ruimtelijke plannen.
De Zeeuwse Molen onderhoudt contact met haar leden via de site
www.zeeuwsemolens.nl en het verenigingsblad De Windmolen, dat vier
Feestelijke opening van molen De Korenbloem in Kortgene
op 1 oktober jl. (foto A.H. Oele).
Zeeuws Erfgoed 9 december 2011/03|04 MONUMENTEN