Natte maar geslaagde eerste Fortennacht Ondersteuning moleneigenaren bij Brim-aanvraag 2012 Na maanden van grensoverschrijdende en vooral lokale voorbereiding vond op zaterdagavond 10 september 2011 de eerste Fortennacht plaats. Ondanks het feit dat de weersomstandigheden in Zeeland sterk van invloed waren, kan er worden teruggekeken op een geslaagd evenement. In IJzendijke waren de vijftig deelnemers aan de fiets- en wandeltocht vlak voor het onweer binnen. De opvoering van de evocatie 'Philips II ontmoet Maurits' trok twee honderdvijftig bezoekers en moest na uitstel vanwege een eerste onweersbui onder hagel en bliksem worden gestaakt. Het bleef echter lang druk en gezellig in de schuilplaats museum Het Bolwerk. Op 8 oktober werd het levende schaakspel alsnog met succes uitgevoerd voor vierhonderd aanwezigen. Ook in Koewacht was de opkomst groot. De wandel- en fietstocht trokken ieder circa 60 deelnemers en de vossen jacht voor de jeugd 157 deelnemers, ook waren er nog veel ouders aanwezig. De liniedijk aan weerszijden van fort Sint-Jacob krioelde soms van de mensen. Alle activiteiten waren hier gelukkig precies klaar voordat ook hier de hemelsluizen open gingen. In Aardenburg zorgde het dreigende onweer al voor een lage opkomst bij de activiteiten. Om die reden werd de fietstocht met negen deelnemers vrij snel gestaakt en gingen de weinige wandelaars mee met de huifkartocht naar de Kruisdijkschans. In Hulst werd vanwege het onweer na een kwartier alles afgelast. Voor alle deelnemers was er uiteindelijk de beloning van het speciale Suske en Wiske-album De Laaiende Linies. Deze strip werd bij de officiële start van de Fortennacht bij het Fort van Beieren in Koolkerke (B) die middag gepresenteerd en gesigneerd door de makers. Gezien de grote belangstelling bij deelnemers en organiserende vrijwilligers wordt bezien of de Fortennacht een terugkerend evenement kan worden. Deelnemers aan de Fortennachtactiviteiten van Koewacht bij de evenemententent naast fort Sint-Livinus (foto E. van Waes). Molens behoren samen met de kerken en de boerderijen tot de bakens in het Zeeuwse landschap. Er zijn er nog ongeveer tachtig te bewonderen, dankzij de gezamenlijke inspanningen van overheden, stichtingen en vrijwilligers in redelijke en goede staat. Het onderhoud van molens luistert echter heel erg nauw en het is zaak dat tijdig en planmatig te doen. Gebeurt dat niet dan dreigen er ingrijpender (restauratie)maatregelen en die zijn kostbaar. Het Rijk stelt met het Brim (Besluit rijkssubsidiering instandhouding monumenten) geld beschikbaar voor (planmatig) onderhoud. In 2006 konden moleneigenaren voor de eerste keer een onderhoudssubsidie aanvragen. Deze was bedoeld voor een periode van zes jaar. Die periode loopt volgend jaar af. Moleneigenaren kunnen vanaf 16 januari 2012 een vervolgaanvraag indienen voor een nieuwe periode van zes jaar. Voor het indienen van een aanvraag komt het nodige kijken. Er moet een (gekwantificeerd) inspectierapport worden opgesteld, inclusief overzichtsfoto's, detailfoto's en tekeningen en er moet op basis daarvan een werk- omschrijving en een meerjarenbegroting (een PIP: periodiek instandhoudingsplan) worden gemaakt. Vanuit het Provinciaal Molenplatform en de vereniging De Zeeuwse Molen is geïnformeerd naar de mogelijk heden van de SCEZ om moleneigenaren te ondersteunen bij de subsidieaanvraag en het leveren van de noodzakelijke stukken. De Monumentenwacht heeft daar invulling aan gegeven en een aanbod gedaan voor het opstellen van zowel de inspectierapporten als de PIP's. Voor het opstellen van de PIP's wordt samengewerkt met Haak Adviesbureau en Bouwkundig Adviesbureau Business Care Solutions. Inmiddels heeft de SCEZ voor 24 molens aanvragen in behandeling. Zeeuws ErfgOed 4 december 2011/03|04 MONUMENTEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2011 | | pagina 4