de provincie; en Roosanne Goudbeek legt uit wat het belang is van de opname van het archief van de Middelburgsche Commercie Compagnie op de Werelderfgoedlijst. Verder zijn er kleinere bijdragen met boekrecensies, over dialect, beiaardiers en literaire uitstapjes van onder anderen Mario Molegraaf en André van der Veeke. Heem- en oudheidkundige bladen Schouwen-Duiveland Stad en Lande, Historische bijdragen en mededelingen van de Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland (juli 2011), besteedt aandacht aan Job Baster, bekend medicus in de achttiende eeuw te Zierikzee. De Rotaryclub Zierikzee organiseerde een herdenking ter gelegenheid van de driehonderdste geboortedag van Baster en H. Uil schrijft een biografie en vertelt over de vele verdiensten van deze beroemde stadgenoot. S. den Haan geeft de geschiedenis van de herberg in Schuddebeurs in de negen tiende eeuw, uitgaande van een boekje uit 1821 van een schoolmeester, Pieter Nicolaas Muyt. De auteur laat zien dat de uitspanning twee eeuwen later nog steeds in trek is. R. van Langeraad beschrijft de uitzet van een Schouwse bruidegom aan het begin van de twintigste eeuw. Tholen De Nieuwsbrief van de Heemkundekring Stad en Lande van Tholen (augustus 2011) gaat over de benoeming van een nieuwe voorzitter, de jaarlijkse excursie, de Open Monumentendag, een bezoek aan de hervormde kerk in Oud-Vossemeer, de collectie van de fotowerkgroep en een lezing over boerderijen door G. Smallegange. Walcheren Het hoofdartikel in De Wetegedaan aan de leden van de Heemkundige Kring Walcheren (juli 2011) is van I. Vogel- Wessels Boer: 'Kinderzorgkinderen. De eerste twintig jaar van de Vereeniging Kinderzorg te Middelburg'. Het is het tweede deel van een serie artikelen over J. van Drunen, van 1910 tot 1926 ver bonden aan De Casembrootschool aan de Zuidsingel in Middelburg. Veel van de kinderen van de Vereeniging Kinderzorg bezochten deze hervormde school. De auteur beschrijft de oprich ting van de vereniging, de huisvesting, de financiën en de pupillen en het per soneel. De teksten van de vier lezingen in het kader van 'Walcheren 2025' zijn opgenomen in dit nummer van De Wete. De lezingen zijn gehouden door H.J. van Koeveringen, directeur Roompot Recreatie Beheer B.V. (recre atie), C.J. Colijn, directeur Ruimte, Milieu en Water van de Provincie Zeeland (wonen, werken en verkeer), Ch. Jacobusse, hoofd ecologie stichting Het Zeeuwse Landschap (natuur), en J. Kodde Azn, landbouwer in Arnemuiden (landbouw). De teksten van de lezingen zijn afgesloten met een nabeschouwing door L. Faasse. L. Hollestelle laat de lezers kennis maken met zeven trouwe auteurs van De Wete: F. van den Driest, T. Franken, J. Kaljouw, J. Midavaine, J. Braat, M. van den Broeke en J. Simons. Zij verdienen applaus zowel van de lezers als van de redactie, maar volgens de auteurs zelf verdient eindredacteur L. Hollestelle het grootste applaus. In De Wete van oktober 2011 vinden we het derde deel van de Van Drunen- artikelen. In dit deel beschrijft L. van der Vliet de tijd van de Eerste Wereldoorlog, een moeilijke tijd voor Middelburg en de bewoners. Aan de hand van de geschreven herinneringen van Van Drunen vertelt de auteur over die moeilijke periode. L. Hollestelle schrijft over smid en schrijver Hendrik Sturm uit Serooskerke, naar aanleiding van een artikel in De Spiegel uit 1956. Er is ook een verhaaltje opgenomen met de titel 'De nieuwe burgemeester', dat Hendrik heeft geschreven. M. van den Broeke licht ons in over ongenode gasten in de buitenplaats Huis ten Duine in de Manteling bij Oostkapelle. Het 'Vadertje' van F. van den Driest gaat over een briefje dat door molenaars getoond moest kunnen worden als bewijs dat ze hun maal- belasting betaald hadden. In 1574 hadden de Staten van Zeeland besloten belasting te heffen op verschillende zaken, om van de opbrengst de Tachtigjarige Oorlog te kunnen financieren. Na de vrede in 1648 wer den de belastingen niet ingetrokken. In Den Spiegel, tijdschrift van de Vereniging Vrienden van het muZEEum en het Gemeentearchief Vlissingen (juli 2011), lezen we over de gesprekken van de vertrekkende gemeentearchivaris Adri Meerman met het redactielid A. Verdonk-Rodenhuis. Na bijna 46 jaar gaat de archivaris met welverdiend pensioen; hij wordt opge volgd door Ad Tramper. Het afscheid van Meerman is gevierd met een minisymposium en aansluitend een afscheidsreceptie. J. den Exter beschrijft een stukje geschiedenis van Vlissingen uit de jaren dertig van de twintigste eeuw - tijdens het Franco-tijdperk - in: 'Het Spaanse Goud in Vlissingen. Met de tapissière naar de sequester'. Het gaat over het S.S. Thorpehall, in 1936 gecharterd door de Baskische regering om de belegerde stad Bilbao van voedsel te voorzien. Het schip is in 1938 gezonken buiten Valencia na een bombardement door Spaanse Nationalistische vliegtuigen. Het schip werd opgebracht naar Vlissingen, waarna een juridische strijd volgt over de kostbaarheden aan boord. Na veel gekrakeel wordt alles in een kluis van de bank van de Nederlandsche Handel Maatschappij opgeslagen en na enkele jaren aan de rechtmatige eigenaars teruggegeven. R. Paesie verschaft nieuwe inzichten over het leven van Abraham Crijnsens, een bekende kapitein-commandeur die in 1667 Suriname veroverde op de Engelsen. 'Een modern droogdok voor een moderne haven' is een artikel van P. van Druenen, die hiermee het dokje van Perry in internationaal perspectief zet. Het dokje staat bekend als het oudste droogdok van Nederland. Arneklanken, kwartaalblad van de Historische Vereniging Arnemuiden (2011, 2), is volgens de eindredacteur een kleine 'museumspecial', omdat er drie unieke zaken uit het Arnemuidse museum in gepresenteerd worden. Het gaat om een collectie nooit eerder vertoonde foto's van de visserij in Veere en Arnemuiden uit 1955-1960 van jhr. W.L. den Beer Poortugael, twee beiaardklokken uit het vroegere carillon van 1556 tot 1583 en een unieke serie Spaans-Moorse vloertegels. Over de beiaardklokken vertelt L. Schouls en over de vloertegels - misschien de belangrijkste vondst in Nederland van dit materiaal tot nu toe - horen we alle bijzonderheden van R. Rijken. L. van Belzen vervolgt de genealogie van zijn familie en J. Simons schrijft over de oud-secretaris van Arnemuiden, Pieter Cannoije. In het derde nummer van Arneklanken in 2011 wordt de genealogie van Van Belzen vervolgd. P.J. Feij bespreekt de gevolgen voor Arnemuiden nadat ons land een deel van het keizerrijk van Napoleon is geworden. De nationale dienstplicht was een flinke tegenvaller, er waren veel werklozen en de armoede was groot. Er waren ook positieve ontwikkelingen, zoals een betere registratie van geboorten, huwelijken en sterfgevallen. Len F.W. de Klerk beschrijft het leven en werk van Lein de Klerk en zijn vrouw Elisabeth Nederhand. Hij werd spoorwegwerker in Arnemuiden en zijn vrouw overweg- wachteres. 'Arnemuiden in de jaren 1894, 1895 en 1896' is van de hand van J. Adriaanse, en L.C. Schouls bespreekt een schenking aan het museum: een aflevering van het tijd schrift Het Leven Geïllustreerd van 26 juli 1924, waarin een scheepsramp van 18 juli 1924 wordt vermeld waar bij vijf Arnemuidse vissers omkwamen. In Het Polderhuis Blad (zomer 2011) veel aandacht voor een expositie van schilderijen en tekeningen die deze zomer te zien was van Rob Meijer, vader van de overleden vormgeefster van het museum; het werk heeft te maken met zijn veelbewogen leven. In 2011 staan levenslooprituelen centraal. Mevrouw E. Flipse-Minderhoud uit Westkapelle vertelt hoe zij als kind elk jaar eind december bij de lokale ambachtsmensen de rekeningen op moest halen voor een oom die paarden en koeien had. De volgende dag moest ze de rekeningen gaan betalen. Volwassenen kregen soms een sigaar, kinderen een snoepje. Het was een algemeen gebruik in Westkapelle. Er is een nieuw boek van het Polderhuis verschenen over de periode van week 40 tot en met 44 in 1944. In deze aflevering van het tijdschrift lezen we een aantal fragmenten uit het boek. De Bevelanden Het eerste artikel in De Spuije, het tijdschrift van de Heemkundige Kring De Bevelanden en de vereniging Vrienden van het Historisch Museum De Bevelanden, is van J. Kloosterman. Zij beschrijft het leven en werk van de huisarts Willem Hendrik Klos in Nisse. De auto van de arts, van het Nederlandse merk Eysink, krijgt veel aandacht in het verhaal. De auto is jarenlang in het bezit geweest van de familie Louisse, maar werd in 1976 bij de verkoop van hun garagebedrijf ondergebracht in een stichting die de Eysink in bruikleen gaf aan het Autotron in Drunen. In een volgend artikel laat J. Adriaanse ons rondkijken in Goes in het jaar 1711. Veel verschil lende onderwerpen komen aan de orde, zoals het functioneren van de kerken en het stadsbestuur, de openbare orde, de schutterijen en de zorg en het onderwijs. K. Sluijter bespreekt een schilderij uit de collectie van het museum, en B. Chamuleau daalt met de lezers af naar de bodem van Oost-Zuid-Beveland, en vertelt over zaken die bij graafwerkzaamheden aan het licht gekomen zijn. Er volgen nog artikelen over het 'Parlevinkerspad Hansweert', de 'Onthulling van het monument bij de Postbrug', 'Herstelde travalje in 's-Heer Arendskerke', een 'Lezing over de Sailing Letters door Erik van der Doe' en een 'Aanvulling crash bij Nieuwdorp'. Zeeuws-Vlaanderen Het eerste artikel in de Nieuwsbrief\an de Heemkundige Vereniging Terneuzen (september 2011) is van K. Stoffels: 'De Citadel van Antwerpen'. De Citadel was het laatste steunpunt van koning Willem I aan het einde van de Belgische opstand. De informatie over de belegering van de Citadel is grotendeels gebaseerd op een artikel van P. Lombaerde in het tijdschrift 'Vesting'. 'Het leven op een klein boerderijtje op 't naaikussen' is geschreven door J.L. Platteeuw. Met 'het naaikussen' werd het gehucht Driewegen bedoeld en het beschreven boerderijtje is gebouwd in 1885 en was het bezit van Christiaan 't Gilde. In 1976 werd het onteigend in verband met uitbreiding van de industrie van Terneuzen. P.W. Stuij schreef 'De Hoekse en de Neuzense twisten'. In 1816 ontstond door bedijking een Zeeuws Erfgoed 29 december 2011/03|04 Erfgoed ALLERLEI

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2011 | | pagina 29