Personalia Onderzoek en meldingen Schouwen-Duiveland Promotie Wouter Dhaeze Vrijdag 23 september verdedigde Wouter Dhaeze zijn proefschrift De Romeinse kustverdediging langs de Noordzee en het Kanaal van 120 tot 410 na Chr. aan de universiteit van Gent. Wouter begon zijn archeologische loopbaan al omstreeks 1988, toen hij als kleine jongen meehielp bij archeologisch onderzoek in Aardenburg, waarbij ook het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten (nu het werkveld archeologie van de SCEZ) was betrokken. De contacten zijn sindsdien nooit verbroken. Stagiaire en vrijwilligster Céline den Engelsman. Wouter Dhaeze met zijn proefschrift over de Romeinse kustverdediging. 'Nog meer jubilea' Stagiaire en vrijwilligster Céline den Engelsman schreef in augustus het volgende bericht over haar werkzaamheden in het archeologisch depot aan het Armeniaans Schuitvlot: "Misschien heeft u mij weleens zien rondlopen op de SCEZ of op archeologische bijeenkomsten. Ik ben dat kleine meisje dat wel wat opvalt tussen de rest, vanwege haar leeftijd (en lengte). Mijn naam is Céline den Engelsman (16 jaar). En in deze maand vier ik mijn 1-jarig jubileum bij de SCEZ en in de archeologie! Ik heb een jaar lang elke dinsdagmiddag als vrijwilliger geholpen bij het inlopen van de achterstanden. Voor mijn maatschappelijke stage moest ik 72 uur vrijwilligerswerk doen. En daarna ben ik gewoon lekker doorgegaan. Het werk dat ik er doe is erg divers. Als er een doos binnenkomt controleer ik de volledigheid en inventariseer ik de inhoud, voor zover dat nog niet gebeurd is. Ook maak ik foto's en heb ik weleens mogen tekenen. Zo kom ik in aanraking met de vondsten. Scherven, potten, munten, gewichten, botten, hout, textiel, leer, ik kom van alles tegen! Maar ik heb zelf ook al eens opgegraven. Dat was supergaaf! En zo raak ik vertrouwd met beide kanten van het archeologisch bedrijf: opgraven en verwerken van vondsten. Later wil ik archeologie gaan studeren. En dan veldarcheoloog worden, dat weet ik zeker. Ook ben ik dit jaar op de open dag van de Universiteit Leiden geweest. Uiteraard heb ik dat meteen even gecombineerd met een bezoekje aan het Rijksmuseum van Oudheden. Met deze kleine bijdrage aan Zeeuws Erfgoed wil ik graag een aantal mensen van harte bedanken. Allereerst Antoinette van Duijn, mijn lerares, die mij enthousiast maakte voor deze geweldige wetenschap. Robert van Dierendonck die de stage regelde, en mij een onuitputte lijk enthousiasme meegaf. Bernard Meijlink en Bram Silkens van de WAD, met wie ik mee mocht helpen op hun opgraving op Hof Essenvelt. Maar ook Dicky de Koning, Leida Goldschmitz, Niek Beeke, Hans Bostelaar, Jan Kuipers en Ina Dellebeke. En vooral niet te vergeten: Henk Hendrikse, mijn strenge maar rechtvaardige 'mentor' die me elke week weer begeleidt en me zijn kennis bijbrengt. Ik heb het hier erg naar mijn zin, en ik hoop dan ook op nog meer jubilea." Zegelstempels uit Schouwen-Duiveland Ruim vijf jaar na de uitgave van Zegelstempels en Zegelringen uit Zeeuwse bodem blijkt de voorraad zegel stempels in het bodemarchief nog steeds niet te zijn uitge put. Degenen dit het boek kennen, weten dat vondsten uit Schouwen-Duiveland hierin weinig vertegenwoordigd zijn. Niet omdat het gebruik van zegelstempels in die regio onbekend was, maar omdat de bodemvondsten een voudigweg niet werden aangemeld. Gelukkig is dat manco door de melding van de heer S. Nelisse enigszins rechtgetrokken. De afgelopen tijd liet hij maar liefs vijftien zegelstempels zien die hij in de laatste tien jaar aantrof op verschillende Schouwen-Duivelandse vindplaatsen. Kwaliteit en datering lopen erg uiteen. Zo zijn er mooie zegelstempels uit de late middeleeuwen, maar daarbij ook materiaal dat bewust gekapt en bescha digd is (om misbruik door onbevoegden te voorkomen). Ook zeventiende- en achttiende-eeuwse stempels komen onder de aangemelde vondsten voor. Een opvallend zegelstempel (hier afgebeeld) is vervaardigd uit zilver en dateert uit de veertiende eeuw. Zilveren mid deleeuwse zegelstempels zijn uiterst zeldzaam en dit is dan ook slechts het tweede exemplaar uit Zeeuwse bodem dat de laatste tien jaar is aangemeld. Centraal op het stempel is een aanziend portret van vermoedelijk een man bekroond door een dubbelkoppige adelaar. Het geheel is geplaatst in een veelhoekig motief met acht roosjes in de hoeken. De greep is voorzien van een driepas. Een naam is niet vermeld, hetgeen ongebruikelijk is bij middeleeuw- Zeeuws Erfgoed 21 december 2011/03|04 ARCHEOLOGIE

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2011 | | pagina 21