Elfde Nederlandse Dialectendag in Dialectenboek Sprekend van aard Op 26 maart was het weer zover. De elfde Nederlandse Dialectendag werd dit jaar gehouden in Zuid-Holland, onze buurprovincie. Dialectologisch claimen we zelfs een stukje van Zuid-Holland als Zeeuws: Goeree-Overflakkee. Logisch dus dat er ook enkele Zeeuwse dialectliefhebbers op afkwamen. Lea Rijstenbil en Pau Heerschap waren er als echte trouwe bezoekers voor de elfde keer. Vorig jaar werden de mensen die alle dialectendagen volgden in de bloemetjes gezet. Van die groep waren er dit jaar enkelen afwezig. Het groepje wordt dus kleiner, maar onze twee Zeeuwen houden stand. Pau werd zelfs geïnterviewd in Delft. Het thema van deze elfde dialectendag was het typeren van mensen en hoe dat kan gebeuren in de diverse dialecten. De drie plenaire lezingen in het ochtend programma waren divers en konden op de goedkeuring van het publiek rekenen, ook al was het thema misschien niet voor iedereen zo evident. Na de verwelkoming door de voorzitter vertelde medeorganisator Andries Ponsteen, directeur van het Erfgoedhuis Zuid-Holland, over de aanpak van het immaterieel erfgoed in Zuid Holland. De eerste spreker, Piet van Sterkenburg, leerde het publiek emo-taal kennen. Waarom schelden en vloeken we eigenlijk? Siemon Reker toonde variatie in woorden als hondsmoe, strontzat en poedelnaakt. Willy Van Langendonck verklaarde de bijnaamgeving voor leerkrachten en Sjaak Bral beëindigde de ochtend met een leuk stuk over het Haags. Daarna werd het elfde dialectenboek gepresenteerd en aangeboden aan een vertegenwoordiger van de subsidiënten. Na de lunch waren er enkele presentatiemomenten en vertelkwartiertjes, vooral van Zuid-Hollandse verenigingen. Ook 'De Zeeuwse Klapbank' werd hier gedemonstreerd. Daarna kon er nog even geluisterd worden naar de flamencogroep De Régahs. De dag sloot af met een dialectquiz, gebaseerd op 'petje op petje af'. Er waren enkele boekenpakketten te winnen. Bij de evaluatie bleek dat de bezoekers zeer positief waren over deze elfde dag. Een opsteker voor de organisatie, want het is iedere keer weer hard werken om zo'n dialectendag te organiseren en in goede banen te leiden. In het najaar is het weer tijd voor de Zeeuwse Dialectdag. Deze vindt plaats op 15 oktober. Meer informatie bij de ZDV (rwillemsen@zeelandnet.nl). Zuid-Hollandse vertellers uit verschillende regio' brachten leuke verhalen. 'De Zeeuwse Klapbank' werd online gedemonstreerd op de Elfde Nederlandse Dialectendag. Enkele Zuid-Hollandse kijken mee. (foto's Erfgoedhuis Zuid-Holland). Sprekend van aard. Bijnamen en karaktereigenschappen in streektalen, het elfde dialectenboek van de Stichting Nederlandse Dialecten, is een kleurrijk, mooi geïllustreerd boek geworden. Na tien edities vond de organisatie het tijd om eens iets te veranderen. En daarin zijn ze geslaagd. Het boek bevat net als de eerdere tien delen de plenaire lezingen met veel illustraties en taalkaarten. In het regionale gedeelte komen kleinere bijdragen per provincie aan bod, of per dialectgroep. Heel veel bijdragen gaan uiteraard over scheldwoorden, maar er staan ook verhalen in over hoe men dronken, zuinige of gierige mensen typeert. Voor Zeeland staan er twee korte bijdragen in van Engel Reinhoudt en Veronique De Tier. Engel toont aan de hand van enkele Zeeuwse bijnamen en scheldnamen hoe we dergelijke woorden maken: verwijzingen naar lichaamsdelen, opvallende stopwoorden, vergelijkingen. Over vloekwoorden is Engel kort: er zijn er weinig. We kennen hosternokke, maar voor wie dat niet mag gebruiken is er altijd nog bel, bel, 't is toch vreêd. Veronique De Tier behandelt de woorden en uitdrukkingen voor zuinig, het clichéwoord als het over Zeeuwen gaat. Het boek is voor 20 euro te koop. Meer informatie is op te vragen bij de adviseur streektalen: v.de.tier@scez.nl. Bestellen kan via de website van Onze Taal: www.onzetaal.nl. SprEkend *an aard Zeeuws Erfgoed 9 juni 2011/02 STREEKTALEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2011 | | pagina 9