Worstelt(ook) Zeeland m
met een trauma?
Friesland en de Friezen, ze worstelen met een trauma, met het besef
dat ze hun identiteit verliezen. 'Zijn geschiedenis staat Friesland in
de weg, is tot een wezenlijke last geworden'. Dat constateert
hoogleraar Friese taal- en letterkunde Goffe Jensma in een recente
beschouwing in het jaarboek De Vrije Fries. Hij doet daarin
observaties die ons uitnodigen tot vergelijking, tot de vraag of
Zeeland en de Zeeuwen wellicht te kampen hebben met een
soortgelijk trauma?
Het conflict tussen Frieslands heden en verleden - oorzaak van het trauma
- spitst Jensma toe op drie aspecten van de Friese identiteit: taal,
geschiedenis en landschap. Kort samengevat gebeurt dat als volgt.
Al meer dan twee eeuwen wordt het Fries als verliezer beschouwd vanuit
het besef dat het gebruik ervan een aflopende zaak is. Verlies staat ook
centraal in de Friese geschiedenis. In de vroege middeleeuwen nog
uitgestrekt tot aan het Zwin, kromp het gewest al snel daarna ineen tot
het grondgebied van de huidige provincie. Van een stedelijke economie
werd het vanaf 1800 een plattelandsgewest. Recent lijken de Friezen hun
aandacht voor taal en geschiedenis te verleggen en zich vast te klampen
aan het landschap, maar wat dat precies is en hoe daarmee zinvol om te
gaan, blijft onduidelijk.
Het zijn drie terreinen waar ook Zeeland mee te maken heeft, en met
misschien wel vergelijkbare ervaringen. Ook een deel van de Zeeuwse
eigenheid schuilt in de streektaal, al gaat het daarbij, net als trouwens
in Friesland, om meerdere dialecten. Maar de zorg dat op termijn
niemand meer 'Zeeuws' spreekt, is hier even reëel. En dan de Zeeuwse
geschiedenis. Die was ooit glorieus. Zeeland was het tweede gewest
onmiddellijk na Holland; met een eigen admiraliteit; met VOC en WIC;
een bakermat van nationale helden als Michiel de Ruyter.
Na Zeelands 'Gouden Eeuw' kwam echter de klad in heel veel zaken,
waartegen negentiende-eeuwse kanalen- en spoorwegaanleg onvoldoende
soulaas bood.
Dan komen we uit bij het landschap. Maar net zo min als 'het' Friese
landschap, bestaat 'het' Zeeuwse landschap. Dat is heel veel veranderlijker
dan dat wat zich anno 2011 aan ons voordoet. En er is heel veel uit
verloren gegaan. Denk alleen maar aan de buitenplaatsen die rond 1750
een achtste van Walcheren besloegen. Denk aan de ondergang van de Tuin
van Zeeland, aan ettelijke ruil- en herverkavelingen. Het is ook niet een
landschap exclusief voor Zeeland: kijk maar naar Goeree-Overflakkee en
noordwest-Brabant en kijk maar over de landsgrens. En het omvat
uiteenlopende typen landschap: van de minipoldertjes in de Zak tot
de enorme Generale Prins Willempolder rond Schoondijke.
Het is niet eenvoudig om daar je identiteit aan te ontlenen. Toch gebeurt
dat. Net als in Friesland misschien wel het sterkst door nieuwkomers.
Zoals 'superforens' Geert Mak neerstreek in het Friese Jorwerd, zo
kwamen ook in Zeeland forenzen. En er kwamen, in het voetspoor van
de negentiende-eeuwse bezoekers van Domburg, toeristen. Met taal en
geschiedenis heeft de gemiddelde forens weinig ('geen tijd'), maar des
te meer met het landschap. Dat moet blijven, het liefst onder een stolp,
maar dat doet het niet. Ook hier valt dus onherroepelijk verlies te
betreuren, liggen trauma's op de loer, want wordt de identiteit van
Zeeland bedreigd.
Jensma's remedie voor Friesland is ook voor Zeeland wellicht het
overdenken waard: "niet alleen foeragerende forenzen en 'vreemde vogels"
moeten maatgevend zijn als het om het landschap gaat. Dat steunt op
landbouw, cultuurgeschiedenis en ecologie. Alleen door deze belangen
steeds tegen elkaar af te wegen, kun je weloverwogen plannen voor
de toekomst maken. Zet de geschiedenis (in dit geval die van een
permanent veranderend cultuurlandschap) niet buiten spel. Ieder die,
vaak met tegengestelde belangen, deze geschiedenis maakt moet in
de discussie worden betrokken: boeren, projectontwikkelaars, aannemers,
maar ook forenzen en toeristen en - niet te vergeten - kunstenaars.
Zet cultuur en landschap niet achter glas en in een stolp. 'Benoem
het verleden, leef met het verlies en doe dat in zo breed mogelijk fora'.
'Provoceer de politiek en dwing haar om samenhangend beleid te
voeren'. Samengevat: 'haal het verleden dichterbij door er afstand
van te nemen'.
Aad de Klerk,
adviseur cultuurhistorie en landschap
Natuurgebied Het Zwin
op de grens met België;
ooit reikte Friesland tot
aan het vroegere Zwin
to Nanda van den Berg,
Stichting Het Zeeuwse
Rndschap).