Van PEP naar R E P Museumeducatie in de gemeente Sluis ICC-cursus Oosterschelderegio Het Provinciaal Erfgoededucatie Platform (PEP) gaat per regio overleggen plannen. Het PEP wordt REP: Regionaal Erfgoededucatie Platform. Tijdens de vergaderingen van de organisaties op het gebied van cultureel erfgoed wordt al jarenlang informatie uitgewisseld over de ontwikkelingen op het gebied van erfgoededucatie in de provincie. Een ander doel van het PEP, het komen tot samenwerking en het eventueel gezamenlijk ontwikkelen van projecten, is nog niet echt gerealiseerd. In de regio's is behoefte om in samenwerking met musea, archieven en heemkundige organisaties het nieuw te ontwikkelen educatieve aanbod op elkaar af te stemmen. En daarmee een zodanig aanbod te ontwikkelen dat het binnen de Cultuurmenu's maar ook daarbuiten door scholen wordt afgenomen. Het REP moet passen binnen de methodes, het liefst lesstofvervan- gend en aansluiten bij de kerndoelen. Een hele klus. Veel musea werken met vrijwilligers. Van hen wordt dus veel inzet gevraagd, zowel qua tijd als verdieping in de vraag "Wat wil het onderwijs?" Op Schouwen-Duiveland en Tholen is vanuit het REP al direct een werkgroep ontstaan. Die is voortvarend aan de slag gegaan om samenhangend lesmateriaal over de geschiedenis van Schouwen-Duiveland en Tholen op een verantwoorde en aansprekende manier te (laten) ontwikkelen. Er zal door middel van een klankbordgroep vanuit het lager onderwijs overleg plaats moeten vinden over de afstemming met dat onderwijs. Aanbod en vraag moeten op elkaar worden afgestemd, of nog beter: het lesmateriaal moet zo veel mogelijk samen ontwikkeld worden! Op 1 maart is een try-out gehouden van het gezamenlijke educatieve aanbod van acht musea in de gemeente Sluis. Het archeologisch museum in Aardenburg is het eerste van deze acht musea waarvoor het complete programma klaar is. Het aanbod is ontwikkeld voor de basisscholen die binnen de Cultuurmenu's musea bezoeken. De leerlingen ontvangen eerst op hun school een voorwerp in een fraai vormgegeven zuil. Het voorwerp komt van het museum dat de leerlingen in één van de vervolglessen gaan bezoeken. Het voorwerp vertelt een verhaal, een verhaal dat zijn vervolg krijgt in het museum. Stef en Sanne zijn de figuurtjes die in de verhalen over de regionale geschiedenis - verteld door de acht musea - de rode draad vormen. De kinderen maken van alles mee. Ze vinden een oude schoen op de zolder van hun opa. En dan horen ze iets over de herkomst van die schoen. De schoen was namelijk een schoen van een Romeinse soldaat... "Heeft meester Hans ook verteld dat er in Aardenburg een Romeins legerkamp geweest is?" "Zijn de Romeinen dan in Aardenburg geweest?!!", vraagt Sanne, die Stef vragend aankijkt. "Nee, daar heeft de meester niets over gezegd." Of toch wel? Stef en Sanne weten het niet meer. De kinderen worden nieuwsgierig door wat ze zien en horen, en zoeken naar antwoorden, maar er worden eigenlijk steeds meer vragen opgeroepen en daar willen ze graag een antwoord op. Ze besluiten tot nader onderzoek... Ze kijken in boekjes, op internet, maar ze begrijpen al gauw dat informatie over de Romeinen of over die Romeinse soldaat in Aardenburg het beste gevonden kan worden in het museum waar het voorwerp vandaan komt. Daar zullen de leerlingen uiteindelijk de antwoorden vinden op alle opgeroepen vragen! In het museum komen de leerlingen ook die Romeinse soldaat weer tegen en leren ze nog veel meer over zijn De eerste ICC (Interne Cultuur Coördinator) bijeenkomst van de basisscholen en culturele instellingen van de Oosterschelderegio heeft op 17 januari jl. plaatsgevonden. Scoop, SCEZ, RPCZ, ROC, Kunstuitleen De Bevelanden, Historisch Museum De Bevelanden, Watersnoodmuseum, Burghse Schoole, Streek- en Landbouwmuseum Goemanszorg en Theaterbus vormden de grote groep van culturele instellingen die bij de cursus aanwezig waren. En ook nu staan de scholen eigenlijk al weer te popelen om aan de slag te gaan, adressen uit te wisselen, "waar kan ik wat halen?", "wie kan ik benaderen?" en "wat is er allemaal mogelijk voor de allerkleinsten?" Het is fijn om elkaar een keer te ontmoeten, het neemt een drempel weg als je het gezicht kent dat bij die instelling hoort. Na de derde bijeenkomst hopen we ook uit deze regio weer enthousiaste leerkrachten te mogen uitnodigen om mee te denken bij de ontwikkeling van nieuw aanbod. Het is de bedoeling dat na de derde bijeenkomst van de ICC- cursus nog een terugkommiddag volgt en dat men verder blijft overleggen in zogenaamde netwerken. Vraag en aanbod op elkaar afstemmen, dat is de komende jaren hét speerpunt. Zeeuws Erfgoed 13 maart 2007/01 •ERFGOEDEDUCATIE

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2007 | | pagina 13