Special 7 2] Contourenbeleid in Historische Kernen: Heusden, Hulst en Thorn Projectinformatie Saskia van Dockum, directeur Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek juni 2004 Luchtfoti vesting Hul. 5 In talloze kleinere en grotere plaatsen verdwijnt in hoog tempo de groene ruimte onder invloed van het adagium 'inbreiden vóór uitbreiden'. Die groene ruimte is bijna altijd te vinden in en rondom oudere delen van steden en dorpen. En heel vaak is er een directe samenhang met de historische stedelijke opbouw. Het is dan ook maar de vraag of de 'lucht' en ruimte die uit onze steden en dorpen verdwijnen, niet veel waardevoller zijn dan de extra ruimte in het buitengebied die erdoor gespaard wordt. Aan de andere kant zien we ook dat bepaalde geformaliseerde historische omgevingen helemaal gevrijwaard worden van verstedelijking. Dit betreft vooral de gebieden binnen het 'beschermde stads- en dorpsgezicht'. Zo ontstaat er een alles of niets situatie waarbij er in laatst genoemde gebieden nagenoeg geen dynamiek meer is te vinden en waarbij in 'gewone' historische omgevingen al het groen verdwijnt. Projectleider Hans van Kempen: "De verhouding tussen open ruimte en ontwikkeling staat er permanent op gespannen voet. Wie hier streeft naar verdichting, ondervindt extra hindernissen: bijvoorbeeld het uitzicht vanaf het land op de historische stad, of omgekeerd vanuit de stad op het omringende landschap. Wil je dit uitzicht behouden? En hoe doe je dit dan?" Dit onderzoek heeft de vraag gesteld of deze wijze van omgang met de rood-groenvraag in historische omgevingen wel altijd de juiste wijze is, en als dat niet zo is, wat er dan aan te verbeteren zou zijn. De onder zoekshypothese was dat in deze geformaliseerde Initiatiefnemer: BRO adviseurs in ruimtelijke ordening, economie en milieu Meer informatie: De heer Hans van Kempen [tel: 073 - 658 90 40, hans.van.kempen@bro.nl] Overige betrokkenen: - Inspectie van de Ruimtelijke Ordening - Ministerie van LNV - Provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg - Gemeenten Hulst, Heusden en Thorn - Vertegenwoordigers uit academische kringen Oplevering: November 2003 Subsidiecategorie: kennis To tale projectkosten: 106.638 Bijdrage Belvedere: 68.067 erblijfselen worden Belvedere is van groot belang voor het archeologisch erfgoed in de provincie Zeeland. De "slogan" van het project zegt daarover eigenlijk al genoeg: Behoud door Ontwikkeling. Bij allerlei planologische ingre pen in ons land wordt rekening gehouden met de historisch gebouwde omgeving, archeologi sche vind plaatsen en historische landschapselementen. Sterker nog: het cultureel erfgoed krijgt een volwaardige plek waardoor zowel de 'nieuwe plek' een meerwaarde krijgt, als het erfgoed een nieuwe toekomst krijgt waardoor behoud gewaarborgd is. Wat mij hierin het meest aanspreekt is dat wij op deze manier het cultureel erfgoed - dat voor sommige misschien toch nog een stoffig imago heeft, een duidelij ke rol geven in de moderne veranderende geen dode artefacten, maar leven voort in onze 21e-eeuwse manier van leven. Bijzonder is daarbij ook dat het erfgoed inte graal benaderd wordt. Het totale erfgoed wordt bekeken, of het nu gebouwd boven de grond staat, verscholen in aardlagen ligt of bestaat uit landschapselementen. Hoewel dit niet altijd even makkelijk zal gaan, ligt hier een belangrij ke sleutel voor succes. Juist de integrale aanpak maakt de ontwikkeling van een totaalconcept mogelijk. Belvedere biedt met zijn nadruk op ontwikkeling en de integrale aanpak een goede kans om onze historische omgeving een vaste plek te geven in het denken over behoud van erfgoed enerzijds en planologie en herontwikke ling anderzijds. MONUMENTENZORG

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2004 | | pagina 37