T1 -Li-Ji zicfitvlak bii beiden cjeliik Het monumentale dak ft* t rp I' 1 - !l 2cm overlap tgte van de lei i jde Uiig se overlap ARCHEOLOGIEGESCHIEDBEOEFENING MONUMENTENWACHT MUSEA De kleur van leisteen wordt bepaald door zijn mineralogi- sche samenstelling. In het algemeen zijn leien blauwzwart, grijszwart of blauwgrijs. Het kleurende pigment is zeer fijn verdeeld koolstof, afkomstig van vergane zeediertjes en planten. Winning Het leigesteente dat geschikt was voor de productie van dakleien, werd oorspronkelijk in open groeven gewonnen. Vanaf de Middeleeuwen tot in de achttiende eeuw droegen de arbeiders de leiblokken via een ladder of haalden ze met behulp van windassen uit de groeve. Met de komst van de stoommachine was het mogelijk om over te gaan tot mijnbouw. Door met stoom aangedreven pompen kon men de waterstand in de groeve beheersen. Zo kon men steeds dieper de leisteen uit de groeve halen. Bij de leiwinning breekt men met handkracht, explosieven of door middel van zagen grote schollen of blokken uit de rotswand. Deze schollen worden eerst met de hand of pneumatisch gekliefd tot hanteerbare blokken. Met lieren en met een treintje worden deze blokken naar de lift schacht gebracht. Eenmaal boven worden de blokken gezaagd en door klievers met de hand of machinaal verder gespleten. Na dit splijten worden de ruwe zijkanten verder op maat geknipt, gezaagd en gesorteerd. De leien zijn nu gereed om te worden ingepakt in kratten en te worden vervoerd. Als men over dakbedekking op monumenten spreekt, denkt men al snel aan een bedekking met leien. En inder daad, veel (belangrijke) monumentale gebouwen zijn voorzien van een leibedekking; die geeft een duurzame bescherming en gaat lang mee. Uit opgravingen is bekend dat de Romeinen hun gebouwen al dekten met leien. Deze waren zeskantig van vorm. Wanneer men vanaf de twaalfde of dertiende eeuw in ons land leien gaat toepassen als dakbedekking, geeft men de voorkeur aan andere vormen: rechthoekig of schubvormig. Deze twee hoofdvormen zijn ook nu nog in gebruik. Als er rechthoekige leien worden gebruikt, spreekt men van maasdekking. Dit systeem werd van oudsher veel toegepast in het zuiden en het westen van Nederland. Als er schubvormige leien worden gebruikt, spreken we van rijndekking. Deze vorm van leibedekking wordt veel toegepast in het oosten en het noorden van ons land. De wijze van dekking en het uiterlijk is totaal verschil lend. Bij de maasdekking liggende rechthoekige leien in rechte patronen half over elkaar, en bij rijndekking liggen de schubleien in een stijgende lijn. De keuze voor een van de beide systemen, had te maken met de structuur van de leisteen. Een rechtdradige structuur is beter geschikt voor rechthoekige leien, een kortdradige structuur voor schubleien. De aanvoer van leien vond in het verleden over water plaats; belangrijke opslagplaatsen waren Dordrecht, Deventer en Utrecht. De aanvoerroutes liepen over de Maas en de Rijn. De bouwers in Zeeland betrokken hun leien vooral in Dordrecht. De aanvoer naar Dordrecht gebeurde vanuit groeven die dicht bij de Maas of een zijrivier ervan lagen. Vandaar dat de toegepaste leivorm in onze omgeving rechthoekig is. Via de Maas kwamen de leien uit groeven in België, Luxemburg en Frankrijk. Het materiaal Leisteen is een sediment- of afzettingsgesteente. Het is gevormd uit de afzettingen van kleilagen, die door druk en hitte omvormden tot leisteen. De oorspronkelijke vorming was horizontaal. Het aardoppervlak heeft echter door vulkanische werkingen in de loop der tijden veel veranderingen ondergaan, waardoor ook de ligging van de formaties veranderde. Door de laagsgewijze vorming van het gesteente bestaat de mogelijkheid om dit weer in lagen te splijten. Daar maken we dankbaar gebruik van bij de productie van onze leien. Het gebruik Wanneer een dak gedekt wordt met natuurleien, zullen alle leien hard zijn en 'klinken als een klok', maar ten gevolge van de inwerking van het weer zullen de leien langzaamaan zachter worden. Om een zo duurzaam mogelijk dak te kunnen maken worden de leien, voordat ze op het dak worden gelegd, gekeurd. Deze keuring bestaat uit twee fasen: de eerste keuringsfase 'in het krat' en de tweede keuringsfase in het laboratorium. Tijdens de eerste keuring worden de leien visueel geïnspecteerd. Daarbij wordt gelet op dikte, vlakheid en eventueel ingesloten verontreinigingen. In de tweede fase worden 6rt¥s(ïflfH0 fl'cwr mtoWri' raft fiafefi Zeeuws Erfgoed 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2004 | | pagina 13