STREEKTALEN
Boottocht van Terneuzen
naar Sas van Gent voor informanten
18 oktober: dialectdag in Kapelle
ARCHEOLOGIEGESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORGMUSEA
In Zeeuwsch-Vlaanderen werkt een groep vrijwillligers
mee aan het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten
(WVD). Onder leiding van Rinus Willemsen vullen zij
per jaar een vijftal vragenlijsten in die rondgestuurd
worden in het kader van dit woordenboek.
Het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten behandelt
immers ook de dialecten van Zeeuwsch-Vlaanderen.
Omdat sommige van deze informanten al zon 20 jaar
lang vragenlijsten invullen, vonden de coördinator en het
WVD dat de jaarlijkse samenkomst in oktober wel een
feestelijk tintje mocht krijgen. Daarom werden de
informanten verwend met een boottochtje van Terneuzen
naar Sas van Gent en terug.
Met een 25-tal mensen vertrokken we op 7 oktober om
14.00 uur uit Terneuzen. Op de heenreis werd over de
havenactiviteiten en de bedrijven langs het kanaal verteld
en kon ik me als consulent streektalen voorstellen aan
deze groep dialectliefhebbers. In Sas van Gent stond een
kleine wandeling op het programma. Bij de terugkeer
naar Terneuzen kwamen er eerst broodjes op tafel.
Na de maaltijd vertelden Rinus Willemsen en Jacques
Van Keymeulen iets over de stand van zaken en over de
in te vullen lijsten. De andere redacteuren, Tineke
De Pauw en ikzelf, vertelden over de afleveringen waaraan
nu gewerkt wordt, het innerlijke van de mens en het
paard. De aflevering over het paard wordt binnenkort
gepresenteerd en aan de hand van woordkaarten kon ik
enkele woorden uit de paardenterminologie toelichten.
Om het geheel toch een feestelijk tintje te geven, werden
deze wetenschappelijke praatjes afgewisseld met een paar
verhalen in de streektaal. Julien Blommaert uit Nieuw-
Namen en Julien De Kesel uit Adegem (Oost-Vlaanderen,
België) kregen hiervoor dan ook een mooi applaus.
Het is een traditie, de derde zaterdag van oktober
moeten dialectliefhebbers in de Vroone in Kapelle zijn.
Dan houdt de Zeeuwsche Vereeniging voor
Dialectonderzoek haar jaarlijkse dialectdag. De dag
heeft een vast stramien. Na aanmelding krijg je koffie
of thee met een Zeeuwse bolus en na het welkomstwoord
van de voorzitter is er de jaarlijkse algemene
ledenvergadering, met jaarverslagen en eventueel
aftredende en nieuw te verkiezen bestuursleden.
Ook dit jaar zat de zaal zo goed als vol met bijna 200
bezoekers.
De dag werd geopend door de Commissaris van
de Koningin, drs. W. van Gelder. Zijn belangstelling
voor de streektaal is ondertussen al heel goed bekend.
Hij benadrukte in zijn welkomstwoord nog eens dat
regionale talen belangrijk zijn, dat het een vorm is van
culturele identiteit en dat we - net zoals Europa dat in
zijn Handvest voor regionale en minderheidstalen heeft
opgenomen - er naar moeten streven deze culturele
rijkdom in ere te houden. Culturele diversiteit en
regionale identiteit zijn belangrijk in tijden van
globalisering.
Verder kwam ik als consulent streektalen zelf aan bod
met een introductiespeech, waarin ik mezelf kon
voorstellen aan het aanwezige publiek en ook kon
uitleggen wat mijn taak is bij de SCEZ; waarmee ik
bezig ben en wat mijn plannen zijn voor de komende
jaren. Die plannen kan ik maar waarmaken als de
dialectliefhebbers zelf aangeven dat zij zich daarvoor
willen inzetten. De spontane reacties van diverse mensen
in de zaal toonden aan dat er bereidwilligheid is om
allerlei initiatieven te ontplooien in de toekomst.
Daarna kon het publiek genieten van een muzikaal
intermezzo van Peter Dieleman. En net op tijd arriveerde
ook dr. Jan Stroop. De Nederlandse Spoorwegen lieten
hem even in de kou staan, waardoor hij niet op tijd in
Kapelle kon zijn. Maar gelukkig kon er geschoven worden
in het programma en Jan Stroop kon uiteindelijk als
laatste aan het woord. Hij toonde de aanwezigen een reeks
kaarten waarop duidelijke gelijkenissen en verschillen te
zien waren met het West-Brabantse dialect. Verder had
hij het nog over de dialectgrens tussen Axel en Hulst.
Het was een interessante lezing waarop ook wel wat
reactie kwam vanuit het publiek.
Jan Zwemer mocht het ochtendprogramma afsluiten
met de presentatie van zijn nieuwe verhalenbundel
De Scharrebakdie werd aangeboden aan de gastspreker,
Jan Stroop.
De ruime middagpauze gaf iedereen de gelegenheid om
de boekenstand te bezoeken en dit keer ook de
tentoonstelling van de originele tekeningen die de
bekende Zeeuwse illustrator Jo Jobse voor het Supplement
op het Woordenboek van de Zeeuwse Dialecten heeft
gemaakt.
Het middagprogramma brengt vooral amusement.
Dit jaar gaf de toneelgroep Ad Hoc uit Heinkenszand
de voorstelling ''t Onderste uut de kanne'. Het stuk
speelt zich af kort na de watersnoodramp van 1953.
De ramp zelf komt niet aan bod, maar de nasleep - en
vooral de hebberigheid van mensen die het eigenlijk
niet eens zo erg te verduren kregen - krijgt de nadruk.
Ook Pau Heerschap kon het aanwezige publiek boeien
met zijn voordracht over het koningshuis.
Deze dag kon alweer zeer geslaagd worden genoemd.
De Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek heeft
nog maar eens bewezen haar leden te kunnen boeien
met een aangenaam programma.
De invullers krijgen
ook nieuwe vragenlijsten
mee naar huis
foto Thea de Bruine).
Zeeuws Erfgoed 21